Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiser], te [woonplaats], eiser
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde E.C. de Bie, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), vertegenwoordigd door mr. E.F. de Roy van Zuydewijn. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van het UWV, waarin zijn bezwaar tegen de voortzetting van zijn WIA-uitkering werd afgewezen. Eiser, die sinds 2016 een volledige WIA-uitkering ontvangt, betoogde dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en recht heeft op een Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). De rechtbank heeft vastgesteld dat er een patstelling is ontstaan in de situatie van eiser, waarbij hij niet in staat is om de benodigde behandeling te ondergaan vanwege de stress en conflicten die voortkomen uit de juridische procedures en de opstelling van het UWV. De rechtbank oordeelde dat er geen reële kans op verbetering van eisers belastbaarheid bestaat zolang het UWV hem niet als volledig en duurzaam arbeidsongeschikt erkent. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het UWV opgedragen binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het ook het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiser moet vergoeden. Daarnaast is het UWV veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.068,-. Deze uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier M.H.A. Willems-de Kort.