ECLI:NL:RBMNE:2021:2944

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 juli 2021
Publicatiedatum
7 juli 2021
Zaaknummer
20/499
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit heffingsambtenaar gemeente Amersfoort inzake termijnoverschrijding bezwaarschrift

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen het besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, dat op 20 december 2019 was genomen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de rechtbank oordeelde dat het bezwaarschrift te laat was ingediend. Eiseres stelde dat zij het besluit van 31 januari 2019 niet eerder had ontvangen, maar de rechtbank vond deze verklaring onvoldoende om te spreken van een verschoonbare termijnoverschrijding. De rechtbank concludeerde dat het besluit correct was bekendgemaakt en dat het bezwaarschrift, dat pas op 14 april 2019 was ontvangen, niet ontvankelijk was. Hierdoor was het beroep van eiseres kennelijk ongegrond, en de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres kreeg geen gelijk en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/499

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 juli 2021 in de zaak tussen

[eiseres] ., te [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, verweerder

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van 20 december 2019.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk ongegrond is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk ongegrond is.
Een bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Awb).
In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt. In dit geval is het besluit waartegen eisers bezwaar hebben gemaakt bekendgemaakt op 31 januari 2019. Het bezwaarschrift had dus uiterlijk op 14 maart 2019 door verweerder ontvangen moeten zijn. Verweerder heeft het bezwaarschrift ontvangen op 14 april 2019. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat verweerder het bezwaar niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het bezwaarschrift te laat is ingediend. Het gaat dan om omstandigheden waar eisers niets aan kan doen.
Niet in geschil is dat het bezwaar te laat is ingediend. Volgens eiseres is er sprake van een verschoonbare termijnoverschrijding omdat eiseres het besluit van 31 januari 2019 niet eerder heeft ontvangen.
5. De rechtbank ziet in dat wat eiseres aanvoert geen verschoonbare reden voor het te laat indienen van het bezwaarschrift. Eiseres heeft volstaan met de ‘kale’ vermelding dat zij het besluit niet eerder heeft ontvangen. Dit kan niet worden gezien als een concrete betwisting van de verzending van het besluit op de aangegeven datum. De rechtbank gaat ervan uit dat het besluit van 31 januari 2019, gelet op de verder correcte adressering, op een juiste manier bekendgemaakt is. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiseres geen verschoonbare reden voor het te laat indienen van het bezwaarschrift.
6. Verweerder heeft dus het bezwaar van eisers niet-ontvankelijk mogen verklaren. Het beroep is daarom kennelijk ongegrond (artikel 8:54 van de Awb).
7. Eiseres krijgt geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van mr. T.E.G. van Heukelom, griffier. De beslissing is uitgesproken op 8 juli 2021 en zal openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.