ECLI:NL:RBMNE:2021:2928
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffing parkeerbelasting en de mogelijkheid tot betaling
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 23 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiser, die zijn voertuig had geparkeerd, ontving een naheffingsaanslag van € 62,70 van de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht. Eiser stelde dat hij zijn voertuig had geparkeerd om 13:01:59 uur en dat de naheffingsaanslag om 13:03:56 uur was opgelegd, zonder dat hij de gelegenheid had gekregen om de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de parkeercontroleur om 13:01 uur en 13:03 uur controle heeft uitgevoerd en dat er geen aangifte parkeerbelasting was gedaan voor het voertuig van eiser. Eiser erkende dat hij in het geheel geen parkeerbelasting had betaald, maar stelde dat hij voornemens was om te betalen.
De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat eiser niet onverwijld de parkeerbelasting had betaald. De rechtbank benadrukte dat het jammer was dat eiser zijn voornemen om te betalen niet had afgemaakt, wat had kunnen leiden tot bewijs dat hij tijdig had betaald. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiser ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal.