In deze zaak heeft eiser op 26 oktober 2015 een maatwerkvoorziening aangevraagd op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) voor het realiseren van een ontsluitingsverharding over zijn perceel. Verweerder heeft op 29 mei 2018 een voorziening verstrekt, maar heeft op 12 augustus 2020 het bezwaar van eiser tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 28 april 2021 was eiser niet aanwezig, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig via een skype-verbinding. Er was een miscommunicatie over de wijze van bijwonen van de zitting. De rechtbank heeft geoordeeld dat de voertuigontheffing een besluit is waartegen bezwaar open staat, en dat verweerder ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep is gegrond verklaard, en verweerder moet alsnog inhoudelijk beslissen op het bezwaar van eiser. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.602,-, en moet het griffierecht van € 178,- aan eiser worden vergoed.