9.2.In dit geval woont eiseres dus op minder dan 100 meter afstand tot de locatie van de Tiny Houses. Daarnaast heeft eiseres op de zitting toegelicht dat zij genot beleeft van de natuur in het park. Dit maakt bij elkaar dat de aanwijzing van de locatie voor het plaatsen van Tiny Houses een zodanige invloed heeft op haar woon- en leefsituatie dat er sprake is van ‘gevolgen van enige betekenis’. Hiermee heeft eiseres een voldoende persoonlijk belang bij de vergunningverlening. Verweerder heeft daarom eiseres terecht als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Awb aangemerkt in de bezwaarprocedure.
10. De rechtbank komt dan ook tot een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De rechtbank zal hiervoor eerst het beoordelingskader uitleggen en aan de hand daarvan de beroepsgronden bespreken.
11. Verweerder heeft voor het handelen in strijd met het bestemmingsplan met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2˚, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en artikel 4, aanhef en onderdeel 11, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (het Bor) een omgevingsvergunning verleend. Een vergunning kan worden verleend als de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2, van de Wabo).
12. De rechtbank stelt voorop dat verweerder beleidsruimte heeft bij zijn besluitvorming over de aanvraag. Als verweerder van oordeel is dat het bouwplan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, kan hij ervoor kiezen om zijn bevoegdheid tot afwijking van het bestemmingsplan al dan niet te gebruiken. De rechtbank toetst of verweerder bij een afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
Zorgvuldige voorbereiding van de besluitvorming
13. Eiseres voert allereerst aan dat verweerder het besluit om de vergunning te verlenen onzorgvuldig heeft voorbereid, doordat de omwonenden (waaronder zijzelf) onvoldoende zijn geïnformeerd en niet mee mochten praten in de procedure die tot de vergunningverlening heeft geleid. Daarnaast heeft verweerder bewust foute en onvolledige informatie gegeven over de ontwikkeling. Gemaakte afspraken met omwonenden zijn niet terug te vinden in de verslagen, zoals het verbod op het stoken van hout door de bewoners van de Tiny Houses.
14. De rechtbank geeft eiseres hierin geen gelijk. Er bestaat voor verweerder geen wettelijke verplichting om de omwonenden te consulteren over een bouwplan. Het is aan verweerder om te zorgen dat hij voldoende informatie heeft om een zorgvuldig besluit te nemen op de aanvraag om een omgevingsvergunning. Uit het dossier en wat tijdens de zitting is besproken, volgt dat verweerder een bewonersavond en een klankbordgroep heeft georganiseerd om omwonenden te betrekken bij de besluitvorming. Het is niet aannemelijk geworden dat verweerder in dit traject bewust informatie heeft achtergehouden. Verder heeft verweerder de bezwaarschriften die tegen de vergunningverlening zijn ingediend, kenbaar meegewogen. Verweerder heeft hiermee voldoende inspanningen verricht om achter de betrokken belangen te komen, zodat deze konden worden meegenomen in de besluitvorming.
Belangenafweging
15. Eiseres vindt het erg belangrijk dat zoveel mogelijk natuur wordt behouden in haar wijk, zodat er ruimte blijft voor voldoende flora en fauna en inwoners een plek hebben om in de natuur te verblijven. Het park is het enige stukje groen in haar wijk. Alle andere stukjes bos en groen worden volgebouwd. Zij vindt dat er dan ook geen bebouwing in het park moet plaatsvinden, ook geen tijdelijke. Verweerder had moeten kijken naar een andere locatie. Daarbij vreest eiseres voor haar eigen gezondheid vanwege de fijnstof die vrijkomt bij het stoken van kachels door de bewoners van de Tiny Houses. Ook wijst eiseres erop dat het grondwater in het park vervuild is, omdat er in het verleden zware bedrijven op het terrein gevestigd waren.
16. Verweerder heeft in het verweerschrift en op zitting toegelicht dat de vergunning is verleend om te kunnen experimenteren met Tiny Houses, die mogelijk kunnen voorzien in de vraag naar kleine, betaalbare woningen. Verweerder wil hiermee werk maken van de versnellingsopgave om meer betaalbare woningen te creëren. Het park bleek de meest geschikte locatie voor de proef. Op andere gronden zijn (bouw)ontwikkelingen voorzien die binnen 5 jaar starten. Dit geldt niet voor het perceel, wat doorslaggevend is geweest voor de keuze van verweerder.
17. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid het belang van de pilot met de Tiny Houses zwaarder heeft mogen laten wegen dan de belangen van eiseres. Verweerder heeft alternatieve locaties onderzocht en heeft daarbij voldoende gemotiveerd dat het perceel de meest geschikte locatie is voor het tijdelijk (voor de duur van 5 jaar) toestaan van zes Tiny Houses in het kader van de pilot. Verweerder heeft erop gewezen dat bij de aanleg van het park het gebied bedoeld was voor woningbouw en dat er geen concrete (bouw)ontwikkeling is voorzien die binnen 5 jaar zal plaatsvinden. Verweerder heeft daarbij kunnen betrekken dat het terrein ontsloten blijft door de reeds bestaande groene buffer en dat deze groene buffer ervoor zorgt dat het zicht vanuit de omliggende bebouwing op de Tiny Houses minimaal is en hinder voorkomt. Dit wordt versterkt doordat groenonderhoud zal plaatsvinden om het bestaande groen een impuls te geven en nieuwe beplanting wordt aangebracht om het groene karakter te versterken. De ruimtelijke impact van de Tiny Houses is, mede vanwege de grootte van deze woningen, dan ook beperkt. Verder blijft het terrein openbaar toegankelijk zodat daarmee ruimte en gelegenheid blijft voor omwonenden om hier te komen recreëren. Verweerder heeft op zitting toegelicht dat de bodem ter voorbereiding op de komst van de Tiny Houses is gesaneerd en de vervuilde grond is afgevoerd. Aan de vergunning is de voorwaarde verbonden dat Tiny Houses niet mogen worden verwarmd door middel van een houtkachel en dat elektrisch of pelletkachel wel is toegestaan. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat hiermee in het licht van de tijdelijkheid van de situatie een onaanvaardbare situatie ontstaat voor de directe woon- en leefomgeving. De enkele vrees hiervoor is onvoldoende. Daarnaast wijst de rechtbank erop dat het oprichten van de Tiny Houses geen onderdeel is van de verleende omgevingsvergunning. In het kader van de aanvraag voor het oprichten van de Tiny Houses wordt getoetst aan het Bouwbesluit 2012.
18. Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat verweerder de tijdelijke omgevingsvergunning in redelijkheid heeft kunnen verlenen op de wijze, zoals hij heeft gedaan.
19. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.