ECLI:NL:RBMNE:2021:288
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R. Stijnen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, gedateerd 28 mei 2020. De rechtbank Midden-Nederland heeft op 28 januari 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard. Dit besluit is genomen zonder zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser het verschuldigde griffierecht van € 48 niet tijdig heeft betaald. De griffier had eiser in een aangetekende brief van 8 oktober 2020 en een herinnering van 6 september 2020 in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te voldoen. Eiser heeft echter geen tijdige betaling verricht en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. Hierdoor is er geen aanleiding om het beroep ontvankelijk te verklaren.
De rechtbank heeft in haar beslissing ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R. Stijnen, rechter, en mr. T.E.G. van Heukelom, griffier. De beslissing is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen indien hij het niet eens is met de uitspraak.