ECLI:NL:RBMNE:2021:2867

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
5 juli 2021
Publicatiedatum
5 juli 2021
Zaaknummer
16-122256-17; 16-013945-18 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf voor auto-inbraken, heling en belediging van een ambtenaar

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 5 juli 2021, is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, voor een reeks auto-inbraken, heling en belediging van een ambtenaar in functie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 17 januari 2018 in Amsterdam samen met anderen een navigatiesysteem en flesjes parfum heeft gestolen, en op 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en Amersfoort betrokken was bij meerdere diefstallen uit auto’s. De rechtbank heeft de feiten bewezen verklaard op basis van getuigenverklaringen, proces-verbalen van de politie en forensisch bewijs, waaronder vingerafdrukken en glasanalyses. De verdachte heeft ter terechtzitting ontkend betrokken te zijn geweest bij de diefstallen, maar de rechtbank achtte zijn verklaringen niet geloofwaardig. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de recidive van de verdachte en de overschrijding van de redelijke termijn in de strafprocedure. De officier van justitie had een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank besloot tot een voorwaardelijke straf, mede vanwege de jeugdige leeftijd van de verdachte ten tijde van de feiten. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij voor materiële schade.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16-122256-17 en 16-013945-18 (gev. ttz) (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 juli 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1997] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] te [woonplaats] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 21 juni 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. J.A. Bekke en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. W.B.O. van Soest, advocaat te Rotterdam, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
16-013945-18 (hierna: zaak 1)
Feit 1
op 17 januari 2018 te Utrecht een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid heeft beledigd;
Feit 2
primair:
op 17 januari 2018 te Amsterdam in vereniging heeft gestolen een navigatiesysteem en/of één of meerdere flesjes parfum en/of een rode aux-kabel, toebehorende aan [benadeelde] , terwijl verdachte en zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
subsidiair
:
op 17 januari 2018 te Utrecht in vereniging navigatiesystemen heeft geheeld;
16-122256-17 (hierna: zaak 2)
Feit 1
primair:
op 30 april 2016 in de gemeente Utrecht in vereniging heeft gestolen een paar kentekenplaten, toebehorende aan [bedrijf 1] b.v. en/of [bedrijf 2] b.v. en/of [ aangever 1] ;
subsidiair:
op 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk in vereniging zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van deze kentekenplaten;
meer subsidiair:
op 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk in vereniging zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling van deze kentekenplaten;
Feit 2
op 30 april 2016 te Hoogland, gemeente Amersfoort in vereniging heeft gestolen een navigatiesysteem en/of een TomTom One en/of een pasjeshouder, toebehorende aan [bedrijf 1] b.v. en/of [aangever 2] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 3
op 30 april 2016 te Hoogland, gemeente Amersfoort in vereniging heeft gestolen een navigatiesysteem, toebehorende aan [aangever 3] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 4
primair:
op 30 april 2016 in de gemeente Amersfoort in vereniging heeft geprobeerd te stelen wat van hun gading bleek te zijn, toebehorende aan [bedrijf 3] b.v. en/of [aangever 4] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goed(eren) onder hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair:
op 30 april 2016 in de gemeente Amersfoort in vereniging een autoruit, toebehorende aan [bedrijf 3] b.v. en/of [aangever 4] , heeft vernield;
Feit 5
op 30 april 2016 in de gemeente Amersfoort in vereniging heeft gestolen een (auto)radio/cd-speler, toebehorende aan [aangever 5] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 6
op 30 april 2016 in de gemeente Amersfoort in vereniging heeft geprobeerd te stelen een RNS (radio navigatie systeem) en/of kentekenpapieren en/of oplader, toebehorende aan [aangever 6] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
Feit 7
primair:
op verschillende tijdstippen in de periode van 27 april 2016 tot en met 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk, in vereniging zich schuldig heeft gemaakt aan de opzetheling van een studentenpas;
subsidiair:
op verschillende tijdstippen in de periode van 27 april 2016 tot en met 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk, in vereniging zich schuldig heeft gemaakt aan de schuldheling van een studentenpas;
Feit 8
primair:
op verschillende tijdstippen in de periode van 31 januari 2016 tot en met 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk, in vereniging zich schuldig heeft gemaakt aan de opzetheling van een TomTom Start;
subsidiair:
op verschillende tijdstippen in de periode van 31 januari 2016 tot en met 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk, in vereniging zich schuldig heeft gemaakt aan de schuldheling van een TomTom Start.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het in zaak 1 onder 1 en onder 2 primair ten laste gelegde, alsmede het in zaak 2 onder 1 primair, 2, 3, 4 primair, 5, 6, 7 primair en 8 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
Ten aanzien van het in zaak 2 onder 5 ten laste gelegde heeft de officier van justitie er op gewezen dat op deze autoradio een vingerafdruk van medeverdachte [medeverdachte 1] is aangetroffen. [medeverdachte 1] was degene die samen met verdachte onder een bedrijfsbus is aangetroffen nadat zij eerder samen waren gevlucht na een poging tot diefstal. De autoradio is in diezelfde nacht weggenomen. Daarmee is dit feit wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder zaak 2 feit 7 primair ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat de studentenpas is aangetroffen op de achterbank van de Audi van verdachte. Het kan niet anders dan dat hij wist dat deze studentenpas van misdrijf afkomstig was. De officier van justitie acht dit feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van meerdere feiten en daartoe – kort samengevat – het volgende aangevoerd.
Zaak 1, feit 2
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het met de pinnen die bij hem zijn aangetroffen alleen mogelijk is om navigatiesystemen uit Audi’s weg te nemen, terwijl de aangifte betrekking heeft op diefstal uit een Volkswagen. Verdachte heeft bovendien verklaard dat hij niet bij de auto-inbraak betrokken was, hij kreeg die nacht een lift aangeboden van vrienden (de medeverdachten) die toevallig langsreden in hun auto.
Zaak 2, feit 1
Verdachte ontkent dit feit. Er zijn geen feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat verdachte de kentekenplaten heeft gestolen. Het enkele feit dat de kentekenplaten in de auto van verdachte lagen is voor een bewezenverklaring onvoldoende.
Zaak 2, feit 4 primair
Uit het dossier volgt niet dat er is gerommeld aan het navigatiesysteem, zodat niet vaststaat dat geprobeerd is het navigatiesysteem te stelen.
Zaak 2, feiten 7 en 8
De Audi van verdachte werd door meerdere personen gebruikt. De verklaring van verdachte, dat hij niet wist van wie de studentenpas en het navigatiesysteem waren en door wie deze zijn weggenomen, is aannemelijk. Het enkele feit dat de auto op zijn naam staat en dat hij daarin soms rijdt maakt hem geen bezitter of houder van voornoemde goederen.
De raadsman heeft zich voor de overige feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen zaak 1 [1]
Feit 1
Verbalisant [verbalisant 1] heeft in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Ik, verbalisant, [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Midden-Nederland, verklaar het volgende: op 17 januari 2018, was ik belast met de incidentenafhandeling in het district Stad-Utrecht. Omstreeks 06:04 uur kwamen wij aan op de cellengang van het hoofdbureau van politie te Utrecht. [2] Terwijl ik hem tegen de muur aan duwde, hoorde ik de verdachte tegen mij zeggen: "Wat doe je, ah kanker mongool?"
Verdachte: [verdachte] , geboren op [1997] te [geboorteplaats] . [3]
Feit 2, primair
[benadeelde] heeft aangifte gedaan en daarin onder meer het volgende verklaard:
Woonadres: [adres] , [woonplaats] . Pleegplaats: [woonplaats] . Ik heb geconstateerd dat mijn autoruit was ingeslagen en mijn navigatie eruit is gehaald. [4]
In een proces-verbaal van bevindingen van 17 januari 2016 is onder meer het volgende gerelateerd:
Op 16 januari 2018, omstreeks 05.20 uur. Wij zagen vervolgens dat er meerdere navigatieinbouwsystemen op de achterbank lagen. Ook zagen wij een schroefmachine bij de bijrijderszijde liggen.
Rechts achterin het voertuig:
[verdachte] geboren op [1997] te [geboorteplaats] . [5]
Bij de insluitingfouillering zijn bij de verdachte [medeverdachte 2] een zaklamp, 1 paar handschoenen, een multitool aangetroffen. Bij verdachte [verdachte] is er speciaal gereedschap aangetroffen om navigatiesystemen te kunnen verwijderen.
Verbalisant [verbalisant 2] heeft contact opgenomen met aangever [benadeelde] . In een proces-verbaal van bevindingen van 21 januari 2018 is hierover onder meer het volgende gerelateerd:
Ik hoorde de aangever zeggen dat hij de auto op 16 januari omstreeks 22:00 uur had geparkeerd. Tevens hoorde ik hem zeggen dat er meerdere parfums testers uit zijn auto waren weggenomen, ik hoorde hem zeggen dat er onder andere een Lady Million (…) en een Spice Bomb van Viktor en Rolf uit zijn voertuig waren weggenomen. Ook was er een rode aux-kabel van zijn koptelefoon, van Beats bij Dr. Dre weggenomen uit zijn voertuig. Vervolgens hebben wij een onderzoek ingesteld naar de fouillering van de aangehouden verdachten. Hierbij troffen wij in de fouillering van de verdachte [medeverdachte 2] een flesje parfum waarop een Spice Bomb stond van het merk Viktor en Rolf. Tevens had deze verdachte een parfum tester in zijn fouillering. Vervolgens hebben wij het in beslag genomen voertuig waarin de verdachte zich ten tijde van de aanhouding bevonden doorzocht. (…) Wij zagen dat er 1 rood snoertje zich bevond in het midden console en 1 roos snoertje op de grond aan de bijrijderskant lag. Wij zagen dat deze snoertjes van het merk Beats by Dr. Dre was. [6]
De aangetroffen navigatiesystemen zijn na inbeslagname onderzocht. In een proces-verbaal van bevindingen van 19 januari 2016 is hierover onder meer het volgende gerelateerd:
Thuisadres bleek te zijn: [adres] te [woonplaats] .
Bewijsoverwegingen zaak 1, feit 2 primair
De rechtbank leidt uit bovenstaande bewijsmiddelen het volgende af. Aangever heeft op 16 januari 2021 om 22:00 uur in Amsterdam zijn auto in goede orde achtergelaten. Op 17 januari om 05:20 uur is verdachte samen met twee anderen staande gehouden in een auto waarin zich op dat moment meerdere goederen uit de auto van aangever bevonden. Daarnaast is in de auto en onder de verdachten inbrekerswerktuig aangetroffen.
Verdachte heeft eerst ter terechtzitting een verklaring gegeven. Deze verklaring houdt in dat hij ’s nachts op straat liep en daar toevallig de auto met daarin de medeverdachten tegenkwam. Zijn medeverdachten hebben hem vervolgens een lift naar huis gegeven. Deze verklaring vindt geen ondersteuning in het dossier en is niet aannemelijk geworden.
Gelet op het korte tijdsverloop (in de nachtelijke uren) tussen het moment dat aangever zijn auto in goede orde heeft achtergelaten en het moment dat goederen uit die auto bij verdachte en de medeverdachten zijn aangetroffen, alsmede de aanwezigheid van inbrekerswerktuig in de auto en onder de verdachten, houdt de rechtbank het er - bij afwezigheid van een anderszins aannemelijke verklaring – voor dat verdachte met de anderen inzittenden in de auto de goederen uit de auto van aangever heeft gestolen.
De rechtbank acht het onder zaak 1, feit 2 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Inleiding zaak 2
Uit de hierna te noemen bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen zal blijken dat de rechtbank van oordeel is dat verdachte in de nacht van 29 op 30 april 2016, nadat hij samen met een ander had gepoogd een diefstal uit een personenauto te plegen (feit 6), is gevlucht in een Audi, en na een achtervolging door de politie is aangehouden samen met medeverdachte [medeverdachte 1] .
Naar aanleiding van deze aanhouding is de Audi door de politie doorzocht. In de Audi zijn (onder meer) vier gestolen navigatiesystemen (feit 2, 3 en 8) en gestolen kentekenplaten (feit 1) aangetroffen. Ook is in de auto een studentenpas aangetroffen (feit 7).. Naar aanleiding van nader opsporingsonderzoek, waaronder onderzoek van het op de kleding van verdachte aangetroffen glas, is de verdenking ontstaan dat verdachte voorts een autoradio heeft gestolen (feit 5) en heeft geprobeerd in te breken in een andere auto (feit 4).
Vrijspraak zaak 2, feit 5 en 7
Vrijspraak feit 5
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 5 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. De gestolen autoradio is niet aangetroffen in de Audi van verdachte en het verrichte glas- en sporenonderzoek heeft geen directe link met verdachte opgeleverd. Het feit dat er een vingerafdruk van medeverdachte [medeverdachte 1] is aangetroffen op de gestolen autoradio en dat verdachte samen met [medeverdachte 1] is aangehouden, acht de rechtbank onvoldoende om wettig en overtuigend bewezen te achten dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstal van deze autoradio.
Vrijspraak feit 7 primair en subsidiair
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 7 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken. Voor een bewezenverklaring van de verweten opzet- of schuldheling dient in ieder geval komen vast te staan dat de op de achterbank van de Audi aangetroffen studentenpas van misdrijf afkomstig is. Voor die vaststelling bevindt zich onvoldoende bewijs in het dossier.
Bewijsmiddelen zaak 2 [7]
[aangever 6] heeft op 30 april 2016 aangifte gedaan en daarin onder meer het volgende verklaard:
Op 29 april 2016, omstreeks 22:00 uur, heb ik mijn auto in goede staat geparkeerd zien staan voor mijn woning aan de [adres] te [woonplaats] . Mijn auto betreft een Volkswagen Polo, voorzien van het kenteken [kenteken] . Op 30 april 2016, omstreeks 04:45 uur vertelde mijn zoon mij dat mijn autoalarm afging. Ik zag dat er een onbekend persoon hard wegliep bij mijn auto vandaan. [8] Ik zag dat de onbekende persoon naar een geparkeerde auto rende en instapte. Ik kan alleen zeggen dat het een donker gekleurde auto was. Vervolgens zag ik deze auto met verhoogde snelheid wegrijden.
Enkele minuten later zag ik dat er een politieauto aan kwam rijden. Vervolgens zag ik de donkere auto weer uit één van de zijstraatjes komen. Ik zag dat de politieauto de achtervolging startte achter de donkere auto aan. (…) Ik zag dat er was ingebroken in mijn auto. Ik zag allemaal glas op de grond liggen en in mijn auto. Ik zag dat het glas afkomstig was van het ingeslagen raam. Ik zag dat het frontje van mijn RNS los op de bestuurderstoel lag. Mijn RNS zit vast met drie schroeven aan het dashboard. Ik zag dat er drie schroeven uit mijn RNS waren gedraaid. Deze drie schroeven zag ik liggen op de grond aan de passagierszijde. Ik zag dat mijn kentekenpapieren en oplader van mijn telefoon op het gras lagen naast mijn auto. [9]
In een proces-verbaal van bevindingen van 30 april 2016 is onder meer het volgende gerelateerd:
Op 30 april 2016, omstreeks 04:40 uur, hoorden wij dat de centralist van het Operationeel
Centrum (OC) diverse eenheden aanstuurde om zich met spoed te begeven in de richting
van de [adres] in [woonplaats] . Aldaar zou worden ingebroken in een auto. Hierop
hebben wij ons met spoed richting de genoemde locatie begeven. Ik zag dat er uit een zijstraat een Audi kwam rijden voorzien van kenteken [kenteken] . Kort hierna hoorde ik dat collega’s zicht hadden op het voertuig en de achtervolging hadden ingezet. Ik hoorde dat het voertuig er met hoge snelheid vandoor ging richting de A1. Hierop zijn wij richting de genoemde locaties gereden. [10] (…) Op de Beekhoven te Nijkerk zagen we vervolgens dat de genoemde Audi op de stoep stond.. Wij zagen dat er geen inzittenden meer in het voertuig aanwezig waren. Wij zagen vervolgens dat er in het voertuig twee RNS-systemen lagen. Wij zagen dat er ook twee kentekenplaten lagen met daarop: [kenteken] . (…) Op de kruising Holkerweg/Beekhoven zag ik een voet onder een grijskleurige bestelbus vandaan komen. Wij zagen dat er twee personen verstopt zaten. Wij hebben deze personen vervolgens aangehouden. De persoon die wij vervoerden bleek te zijn: [medeverdachte 1] . Op het bureau hebben wij [medeverdachte 1] onderworpen aan een insluitingsfouillering. [medeverdachte 1] haalde vervolgens uit zijn linker jaszak een Audi-autosleutel tevoorschijn. [11]
In een proces-verbaal van bevindingen van is onder meer het volgende gerelateerd:
Het genoemde kenteken (de rechtbank begrijpt: [kenteken] ) bleek op naam te zijn gesteld van: [verdachte] , geboren [1997] uit [geboorteplaats] . [12] (…) Ik heb een tweetal jongens onder de bus vandaan gehaald. Ik vroeg een van de jongens hoe hij heette. Hij zei: [verdachte] . [13]
Verdachte heeft ter terechtzitting onder meer het volgende verklaard:
De Audi met kenteken [kenteken] staat op mijn naam. De autosleutel die bij [medeverdachte 1] is aangetroffen hoort bij deze Audi.
Getuige [getuige 1] is op 30 april 2016 door de politie gehoord. In het hierover opgemaakte proces-verbaal is onder meer het volgende gerelateerd:
Op 30 april 2016, omstreeks 04.50 uur, werd ik wakker van een autoalarm. Ik zag dat de
alarmlichten van de auto van mijn moeder knipperden. Ik zag ook een persoon naast de auto staan. De persoon die naast de auto stond had een blauwe jas aan met een capuchon. Ik zag dat een persoon die bij de auto stond zwarte schoenen droeg met een witte zool. [14]
In een proces-verbaal van bevindingen van 1 mei 2016 is onder meer het volgende gerelateerd:
De getuige [getuige 1] omschrijft in zijn verklaring een persoon met een blauwe jas met capuchon. Ook verklaart hij over zwarte schoenen met een witte zool. Ik heb bij verdachte [verdachte] een blauwe jas met capuchon en zwarte schoenen met een witte zool inbeslaggenomen. [15]
In een proces-verbaal van bevindingen van 1 mei 2016 is onder meer het volgende gerelateerd:
Op 1 mei 2016 hebben wij een onderzoek ingesteld naar de Audi voorzien van het kenteken [kenteken] . In het dashboardkastje van de Audi troffen wij twee navigatiesystemen van het merk TomTom. Ook hiervan hebben wij de serienummers genoteerd:
* [serienummer] (model: 4EN42Z1230)
* [serienummer] (model: TomTom One)
Wij troffen op de achterbank twee inbouwnavigatiesystemen. Wij zagen dat de volgende serienummers op de navigatiesystemen stonden:
* [serienummer]
* [serienummer]
Op de aangetroffen een inbouwnavigatiesysteem, lag een zwarte pasjeshouder. Hierin
zaten meerdere pasjes van Dhr. [aangever 2] . [16]
[ aangever 1] heeft aangifte gedaan en daarin onder meer het volgende verklaard:
Pleegplaats: [adres] , [woonplaats] . Tijdstip achtergelaten: 29-04-2016 18:00 uur. Tijdstip geconstateerd 30-04-2016 15:30 uur. Mijn kentekenplaten zijn aan de voor- en achterkant gestolen. [17] Eigenaar: [bedrijf 2] B.V. [18]
[ aangever 1] is op 6 mei 2021 gehoord door de politie. In het hierover opgemaakte proces-verbaal is onder meer het volgende gerelateerd:
Ik rijd in een leaseauto voorzien van kenteken [kenteken] . [19]
[aangever 2] heeft op 1 mei 2016 aangifte gedaan en daarin onder meer het volgende verklaard:
Adres: [adres] te [woonplaats] . Pleegtijd: tussen 29 april 2016 te 22:30 uur en 30 april 2016 te 07:30 uur. (…) De auto is eigendom van [bedrijf 1] B.V. (…) Het betreft hier een personenauto van het merk Skoda, voorzien van het kenteken [kenteken] . [20] Ik zag dat een ruit aan de voorzijde van de rechterkant van de auto ingeslagen was. In de armsteun in het midden van de auto zat een pashouder met daarin diverse pasjes. Uit de auto is het volgende weggenomen:
- Navigatiesyste-computer, Skoda
- Navigatiesyste-computer, Tom Tom, 1
- Tankpas
- Ziekenfonds-verzekeringspas
- Tankpas.
Chassisnummer: [chassisnummer] . [21]
In een proces-verbaal van bevindingen van 4 mei 2021 is onder meer het volgende gerelateerd:
Ik onderzocht een navigatiesysteem van het merk TomTom, type One, voorzien van serienummer [serienummer] . Nadat ik dit navigatiesysteem inschakelde zag ik dat het thuisadres [adres] te [woonplaats] was. Na onderzoek zag ik dat de aangever op bewust adres woont. [22]
In een proces-verbaal van bevindingen van 7 mei 2021 is onder meer het volgende gerelateerd:
Ik heb onderzoek gedaan naar een tweetal R&S systemen (1) [serienummer] en (2) [serienummer] . Ik las uit de een mail van een collega uit Duitsland dat het eerste R&S systeem toebehoorde aan Skoda Octavia met Chassisnummer [chassisnummer] . Ik heb het genoemde chassisnummer in het politiesysteem ingevoerd en zag dat het kenteken [kenteken] was. [23]
[aangever 3] heeft aangifte gedaan en daarin onder meer het volgende verklaard:
Pleegplaats: [woonplaats] . In de nacht van vrijdag 29 april op zaterdag 30 april is er in mijn auto ingebroken waarbij het navigatiesysteem uit de auto is gesloopt, ruit ingeslagen. Merk: Volkswagen. [24] Kenteken [kenteken] . [25]
In een proces-verbaal van bevindingen van 2 mei 2016 is onder meer het volgende gerelateerd:
Zoals genoemd sprak ik met aangeefster [aangever 3] en heb ik haar gevraagd of zij adressen kon noemen die recent waren ingevoerd op haar navigatiesysteem. Vervolgens hoorde ik haar zeggen een adres in Brandtnertal en/of Bludenz in Oostenrijk. Ook noemde zij het adres [adres] in [woonplaats] . [26]
In een proces-verbaal van bevindingen van 7 mei 2021 is onder meer het volgende gerelateerd:
Ik heb onderzoek gedaan naar een tweetal R&S systemen (1) [serienummer] en (2) [serienummer] . Ik ben met R&S systeem 2 naar de [autodealer] ter [woonplaats] gegaan. Hier heeft monteur [monteur] R&S systeem 2 uitgelezen en zag dat er een aantal adressen waren ingevoerd bij de Navigatie, namelijk: [adres] te [woonplaats] (…) en Brand Oostenrijk. [27]
[aangever 4] heeft op 30 april 2016 aangifte gedaan en daarin onder meer het volgende verklaard:
De auto is eigendom van [bedrijf 3] B.V. Op 29 april 2016 om 23:59 uur parkeerde ik de auto in de parkeergarage Emiclaerhof te Amersfoort. Ik had de auto in goede orde achtergelaten. Op 30 april 2016 om 12:15 uur kwam ik weer terug bij de auto. Ik zag dat een ruit ingeslagen was. Merk: Volkswagen. Kenteken: [kenteken] . [28]
[getuige 2] , vertegenwoordiger van rechtspersoon [rechtspersoon] , is op 1 februari 2016 door de politie gehoord. In het hierover opgemaakte proces-verbaal is onder meer het volgende gerelateerd:
Wij huren een ruimte aan de [adres] te [woonplaats] . Er is in het gebouw ingebroken. Onderstaande goed is weggenomen:
- Tom Tom start [29]
In een proces-verbaal van bevindingen van 4 mei 2016 is onder meer het volgende gerelateerd:
Ik heb een navigatiesysteem van het merk TomTom, serienummer [serienummer] onderzocht. Dit navigatiesysteem is aangetroffen in een Audi A4 voorzien van kenteken [kenteken] . Ik zag toen ik het navigatiesysteem inschakelde dat deze als thuislocatie het volgende adres had: [adres] in [woonplaats] . (…) bedrijf [rechtspersoon] . Vervolgens heb ik dit bedrijf gebeld en kreeg een werknemer aan de lijn. Hij noemde het volgende serienummer: [serienummer] . Ik zag dat dit serienummer overeen kwam met de TomTom zoals aangetroffen in eerder genoemd voertuig. [30]
In een proces-verbaal van sporenonderzoek van 6 mei 2016 is onder meer het volgende gerelateerd:
De kleding van de verdachten is in beslag genomen. [31] Veiliggestelde sporen/sporendragers:
SIN : AAJJ1577NL
Object: Kleding (Jas)
SIN: AAJJ1578NL
Object: Schoeisel (…) [32]
SIN: AAJJ1581NL
Object: Glas
Bijzonderheden: Uit de [kenteken]
SIN: AAJJ1582NL
Object: Glas
Bijzonderheden: Stukjes glas veiliggesteld uit de [kenteken]
SIN: AAJJ1584NL
Object: Glas
Merk/type: Skoda (…) [33]
Uit een NFI-rapport van 29 juni 2016 blijkt onder meer het volgende:
Verdachte [verdachte]
AAJJ1577NL (jas)
AAJJ1578NL (schoenen)
Hypothese H1:
De op/in de jassen en/of schoenen aangetroffen glasdeeltjes zijn afkomstig van een of meerdere van de vernielde autoruiten, waartoe het referentieglas [AAJJ1580NL t/m AAJJ1584NL] heeft behoord.
Hypothese H2:
De op/in de jassen en/of schoenen aangetroffen glasdeeltjes zijn afkomstig van (een) willekeurig andere ruit(en) of glazen voorwerp(en) dan de vernielde autoruiten, waartoe het referentieglas [AAJJ1580NL t/m AAJJ1584NL] heeft behoord. [34] (…)
Verdachte [verdachte]
In de stofmonsters van de jas [AAJJ1577NL] zijn 24 glas lijkende deeltjes aangetroffen. In de stofmonsters van de schoenen [AAJJ1578NL] zijn tientallen op glas lijkende deeltjes aangetroffen. [35] (…)
Conclusie
Voor de combinatie van alle 7 onderzochte glasdeeltjes uit de jas [AAJJ1577INL] en 7 (van de 9) onderzochte glasdeeltjes uit de schoenen [AAJJ1578NL] die in sporenelementsamenstelling overeenkomen met in totaal 3 verschillende soorten referentieglas geldt dat de resultaten van het glasvergelijkend onderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn wanneer deze glasdeeltjes afkomstig zijn van de vernielde autoruiten, waartoe het referentieglas [AAJJ1581NL], [AAJJ1582NL] en [AAJJ1584NL] heeft behoord (hypothese Hl) dan wanneer ze afkomstig zijn van willekeurige andere ruiten of glazen objecten (hypothese H2). [36]
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Uit bovengenoemde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien, volgt naar het oordeel van de rechtbank – mede gelet op de referte bij deze feiten door de verdediging – dat de feiten 2, 3 en 6 wettig en overtuigend bewezen zijn. Op de overige feiten en de daarbij gevoerde verweren zal de rechtbank hieronder nader ingaan.
Bewijsoverwegingen zaak 2
Feit 1
De rechtbank leidt uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat de kentekenplaten van aangeefster op 29 april 2016 om 18:00 uur nog op haar auto zaten. Deze kentekenplaten zijn minder dan twaalf uren later, op 30 april om 5:20 uur, samen met andere gestolen goederen en inbrekerswerktuig aangetroffen in de auto van verdachte. Van een groot deel van de in de auto aangetroffen gestolen goederen zal de rechtbank in onderhavige zaak bewezen verklaren dat verdachte (en zijn medeverdachten) deze in de nacht van 29 op 30 april 2016 hebben gestolen. Verdachte heeft geen verifieerbare en concrete verklaring voor het feit dat deze kentekenplaten in zijn auto zijn aangetroffen. Gelet op deze feiten en omstandigheden houdt de rechtbank het er dus voor dat verdachte de goederen uit de auto van aangever in vereniging heeft gestolen.
De rechtbank acht het feit wettig en overtuigend bewezen.
Feit 4 primair
De rechtbank leidt uit bovenstaande bewijsmiddelen af dat een ruit aan de voorzijde van de auto van aangever is ingeslagen. Het glas dat hierbij in de auto is gevallen is door de politie in beslag genomen en door het NFI onderzocht. Dit glas is vergeleken met glasdeeltjes die op de jas en schoenen van verdachte zijn aangetroffen. Het NFI concludeert dat de resultaten van het glasvergelijkend onderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn wanneer de glasdeeltjes op de jas en schoenen van verdachte afkomstig zijn van onder meer deze vernielde autoruit, dan wanneer ze afkomstig zijn van een willekeurige andere ruit. De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat verdachte direct betrokken is geweest bij deze poging auto-inbraak. Op basis van de uiterlijke verschijningsvormen kan namelijk worden afgeleid dat verdachte ook in dit geval (kennelijk) de bedoeling heeft gehad om een goed van zijn gading weg te nemen uit deze auto. Dit heeft hij namelijk gedaan in de nacht waarop hij (met anderen) meerdere auto diefstallen heeft gepleegd waarbij hij en zijn mededader zich de toegang tot die auto’s hebben verschaft door middel van onder andere braak. Gelet daarop, en gelet op de uiterlijke verschijningsvorm van zijn handelen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde poging tot diefstal heeft gepleegd.
Feit 8 primair
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen en vastgesteld, stelt de rechtbank vast dat verdachte met anderen in de nacht van 29 op 30 juli 2016 kennelijk op strooptocht was waarbij hij (onder meer) diverse navigatiesystemen uit personenauto’s heeft gestolen. Deze navigatiesystemen zijn diezelfde nacht in de auto van verdachte aangetroffen. Onder de in de auto van verdachte aangetroffen navigatiesystemen bevond zich ook het navigatiesysteem dat tussen 31 januari 2016 en 1 februari 2016 is gestolen aan de [adres] in [woonplaats] . Dit navigatiesysteem is in het dashboardkastje van de auto van verdachte aangetroffen, tezamen met een (als onder feit 2 bewezen verklaard) door verdachte gestolen navigatiesysteem. Onder deze omstandigheden kan het niet anders dan dat verdachte wist dat dit van misdrijf afkomstig was. Nu verdachte geen geloofwaardige, en voor hem ontlastende verklaring heeft gegeven voor het voorhanden hebben van dit navigatiesysteem, gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte ook ten tijde van het verwerven of voorhanden krijgen van dit navigatiesysteem wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof. Het onder feit 8 primair ten laste gelegde is daarmee wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
Zaak 1
Feit 1
op 17 januari 2018 te Utrecht opzettelijk een ambtenaar, te weten [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Midden-Nederland, gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: kanker mongool.
Feit 2, primair
op of omstreeks 17 januari 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen, een navigatiesysteem en flesjes parfum (waaronder een flesje parfum Spice Bomb van Viktor en Rolf) en een rode aux kabel van Beats bij dr. Dre, die toebehoorden aan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
Zaak 2
Feit 1, primair
op of omstreeks 30 april 2016 in de gemeente Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een paar kentekenplaten, toebehorende aan [bedrijf 2] .
Feit 2
op of omstreeks 30 april 2016 te Hoogland, gemeente Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een personenauto heeft weggenomen een Skoda Amundsen navigatiesysteem en een TomTom One en een pasjeshouder (inhoudende onder andere een tankpas), toebehorende aan [bedrijf 1] b.v., waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
Feit 3
op of omstreeks 30 april 2016 te Hoogland, gemeente Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een personenauto heeft weggenomen een navigatiesysteem, toebehorende aan [aangever 3] , waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak.
Feit 4, primair
op of omstreeks 30 april 2016 in de gemeente Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een personenauto weg te nemen datgene wat van hun gading bleek te zijn, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3] b.v., en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, een ruit van die auto heeft ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 6
op of omstreeks 30 april 2016 in de gemeente Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een personenauto weg te nemen een RNS (radio navigatie systeem) en kentekenpapieren en een oplader, toebehorende aan [aangever 6] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, een ruit aan de passagierszijde van die auto heeft ingeslagen en (vervolgens) een portier heeft geopend en/of de schroeven van die RNS heeft verwijderd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Feit 8, primair
op 30 april 2016 in de gemeente Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen een TomTom Start heeft voorhanden gehad terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wisten dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet de volgende strafbare feiten op:
Zaak 1, feit 1:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Zaak 1, feit 2 primair en zaak 2, feiten 1 primair, 2 en 3:
telkens: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Zaak 2, feit 4 primair en 6 primair:
telkens: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.
Zaak 2, feit 8 primair:
medeplegen van opzetheling.

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte ter zake van het door de officier van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van het voorarrest, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren. Gelet op de ernst van de feiten, de waarde van de buiten kan niet worden volstaan met een andere strafmodaliteit dan een gevangenisstraf. De officier van justitie heeft ermee rekening gehouden dat verdachte ten tijde van de pleegdata een first offender zou zijn en een jeugdige leeftijd had. Hij heeft strafverminderend gelet op artikel 63 Wetboek van Strafrecht en de schending van de redelijke termijn. Alles overwegende acht de officier een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf passend.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte in 2016 de jeugdige leeftijd van achttien jaar had en dat er een behoorlijke overschrijding is van de redelijke termijn, die sterk dient te worden verdisconteerd in de strafmaat. Verdachte staat momenteel onder reclasseringstoezicht en hij kijkt uit naar een eigen woning. Zijn uitkering biedt stabiliteit en hij wil in de nabije toekomst graag werken. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf is gelet op het voorgaande niet opportuun. De verdediging heeft de rechtbank verzocht de geëiste voorwaardelijke gevangenisstraf te matigen nu verdachte momenteel al in een proeftijd van twee jaren loopt en daarmee al een stok achter de deur heeft.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft op of omstreeks 30 januari 2016 samen met een of meer anderen vier auto-inbraken gepleegd en daarbij onder andere meerdere waardevolle navigatiesystemen weggenomen. Bij twee andere auto’s is geprobeerd in te breken. Verdachte heeft op 17 januari 2018 opnieuw in vereniging een auto-inbraak gepleegd en daarbij een navigatiesysteem weggenomen. Verdachte en zijn mededader(s) hebben zich telkens de toegang tot de auto’s verschaft danwel geprobeerd te verschaffen door middel van braak, waardoor schade aan de auto’s is toegebracht. Verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan het medeplegen van opzetheling van een navigatiesysteem, en aan het beledigen van een politieambtenaar .
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een reeks van (pogingen tot) auto-inbraken. In de nacht van 29 op 30 januari 2016 zijn verdachte en zijn mededader(s) zelfs op een heuse strooptocht geweest in Amersfoort en omgeving. Dit soort feiten veroorzaken niet alleen overlast en schade, maar tasten ook het gevoel van veiligheid aan van slachtoffers en in de maatschappij. De verdachte heeft er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van anderen en hun persoonlijke levenssfeer. De rechtbank rekent deze (pogingen tot) auto-inbraken verdachte zeer aan. Het opzettelijk voorhanden hebben van een uit misdrijf afkomstig navigatiesysteem en het beledigen van een politieambtenaar, die zich inzet om dit soort strafbare feiten op te sporen, is eveneens zeer verwerpelijk.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met het meest recente uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte. Hieruit blijkt dat verdachte in 2014 en 2017 onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke (vermogens)feiten. De rechtbank concludeert daarom, anders dan de officier van justitie, dat verdachte ten tijde van het bewezenverklaarde - in beide zaken – geen first offender meer was. De rechtbank weegt dit in strafverzwarende zin mee.
Strafoplegging
Uitgangspunt voor de straf
De oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS gaan voor een diefstal uit een auto, waarbij sprake is van recidive, uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes weken. Verdachte heeft zich samen met een of meer anderen schuldig gemaakt aan vier diefstallen uit auto’s en twee pogingen daartoe. Voor deze feiten tezamen geldt als oriëntatiepunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht maanden. De rechtbank neemt die straf als uitgangspunt maar ziet in de hierna te noemen omstandigheden reden om in het voordeel van verdachte van dit uitgangspunt af te wijken.
Schending redelijke termijn
De rechtbank heeft geconstateerd dat de redelijke termijn in beide zaken is geschonden. Verdachte is voor zaak 1 op 17 januari 2018 en voor zaak 2 op 30 april 2016 in verzekering gesteld. De rechtbank neemt die data als startpunt voor de berekening van de redelijke termijn.
Nu de einduitspraak in zaak 1 meer dan drie jaren en in zaak 2 meer dan vijf jaren na het de aanvang van de redelijke termijn plaatsvindt, en een strafzaak in beginsel dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, zal de rechtbank fors strafverminderend meewegen dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het EVRM is geschonden.
Artikel 63 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank houdt er bij het opleggen van de straf rekening mee dat voor zaak 1 en 2 geldt dat verdachte na het plegen van de bewezenverklaarde feiten nog veroordeeld is. De rechtbank heeft de voorschriften toegepast die gelden voor de situatie waarin verdachte een straf zou zijn opgelegd voor alle feiten tegelijk.
Conclusie
Alles overwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaren, passend en geboden. Gelet op de ernst en hoeveelheid van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich brengt.

9.BESLAG

9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen auto verbeurd te verklaren.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het in beslag genomen voorwerp, te weten 1 STK personenauto (kenteken: [kenteken] ) verbeurd verklaren. Met behulp van dit voorwerp is het in zaak 2 bewezen verklaarde begaan.

10.BENADEELDE PARTIJ

De benadeelde partij [benadeelde] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een totaalbedrag van € 7.215,27. Dit bedrag bestaat uit materiële en immateriële schade, ten gevolge van het in zaak 1 onder feit 2 bewezenverklaarde. De vordering is opgebouwd uit de volgende posten:
- kosten vervanging ruit € 215,27;
- immateriële schade €
7.000,-.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering tot schadevergoeding wat betreft het materiële deel toe te wijzen, inclusief de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De officier van justitie heeft gevorderd de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren in diens vordering.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gelet op de voor zaak 1 feit 2 bepleitte vrijspraak primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in diens vordering. De raadsman heeft de rechtbank subsidiair verzocht de vordering af te wijzen. Indien de rechtbank toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier genoegzaam volgt dat de gevorderde materiële schade rechtstreekse schade betreft ten gevolge van het in zaak 1 onder feit 2 primair bewezenverklaarde. De rechtbank zal de vordering wat betreft dit deel dan ook toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Immateriële schade
De rechtbank is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de benadeelde partij ten gevolge van het in zaak 1 onder feit 2 primair bewezenverklaarde immateriële schade heeft geleden die voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank zal de benadeelde partij in dit deel van de vordering daarom niet-ontvankelijk verklaren.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [benadeelde] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 215,27, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 17 januari 2018, tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 4 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde] in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
Hoofdelijkheid
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partij voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
Proceskosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 45, 47, 57, 63, 266, 267, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 16-122256-17 feiten 5 en 7 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Bewezenverklaring
- verklaart bewezen onder 16-013945-18 feit 1 en feit 2 primair en onder 16-122256-17 feit 1 primair, feit 2, feit 3, feit 4 primair, feit 6 en feit 8 primair, zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 6 (zes) maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat van de gevangenisstraf een gedeelte van
3 (drie) maanden,
niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- als voorwaarde geldt dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
Beslag
-
verklaart verbeurd een auto, gekentekend [kenteken](goednummer: 1697130 ibn 30-04-16, Audi, chassisnummer: [chassisnummer] );
Benadeelde partij
  • wijst
  • veroordeelt verdachte
  • legt verdachte de
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
  • verklaart [benadeelde] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Slager, voorzitter, mrs. C.A.M. van Straalen en A. Blanke, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.H.A. de Poot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 juli 2021.
Mrs. Slager, Blanke en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
16-013945-18
1
hij op of omstreeks 17 januari 2018 te Utrecht opzettelijk een ambtenaar,te weten [verbalisant 1] , hoofdagent van politie Eenheid Midden-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: kanker mongool, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking; ( art 266 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 267 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 17 januari 2018 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een navigatiesysteem en/of één of meerdere flesjes parfum (waaronder een flesje parfum Spice Bomb van Viktor en Rolf) en/of een rode aux kabel van Beats bij dr. Dre, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen navigatiesysteem en/of parfum en/of kabel onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak; ( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 januari 2018 te Utrecht, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten navigatiesystemen heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs kon(den) vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; ( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
16-122256-17
1
hij op of omstreeks 30 april 2016 in de gemeente Utrecht tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een paar ketenkenplaten, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] b.v. en/of [bedrijf 2] b.v. en/of [ aangever 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders; ( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk, in ieder geval in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een paar kentekenplaten heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; ( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een paar ketekenplaten heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; ( art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
2
hij op of omstreeks 30 april 2016 te Hoogland, gemeente Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een personenauto heeft weggenomen een Skoda Amundsen navigatiesysteem en/of een TomTom One en/of een pasjeshouder (inhoudende onder andere een tankpas), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] b.v. en/of [aangever 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming; ( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
3 hij op of omstreeks 30 april 2016 te Hoogland, gemeente Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een personenauto heeft weggenomen een navigatiesysteem, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming; ( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
4
hij op of omstreeks 30 april 2016 in de gemeente Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een personenauto weg te nemen datgene wat van zijn/hun gading bleek te zijn, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 3] b.v. en/of [aangever 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, een ruit van die auto heeft/hebben ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; ( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 april 2016 in de gemeente Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een autoruit, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten aan [bedrijf 3] b.v en/of [aangever 4] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt; ( art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
5
hij op of omstreeks 30 april 2016 in de gemeente Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een personenauto heeft weggenomen een (auto)radio/cd-speler, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming; ( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht )
6
hij op of omstreeks 30 april 2016 in de gemeente Amersfoort tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een personenauto weg te nemen RNS (radio navigatie systeem) en/of kentekenpapieren en/of oplader, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 6] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming, een ruit aan de passagierszijde van die auto heeft/hebben ingeslagen en/of (vervolgens) het/een portier heeft/hebben geopend en/of (vervolgens) in die auto is/zijn gaan zitten en/of (vervolgens) enkele/de schroeven van die RNS heeft/hebben verwijderd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid; ( art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
7
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2016 tot en met 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een goed, te weten een studentenpas heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) telkens ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; ( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 april 2016 tot en met 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een goed, te weten een studentenpas heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) telkens ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goed betrof; ( art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
8
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 januari 2016 tot en met 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten een TomTom Start heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) (telkens) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof; ( art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 januari 2016 tot en met 30 april 2016 in de gemeente Utrecht en/of in de gemeente Nijkerk, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal een of meer goederen, te weten een TomTom Start heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) telkens ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goed betrof; ( art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 18 januari 2018 en 24 januari 2018 genummerd PL0900-2018018558, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 114. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 33.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 34.
4.Proces-verbaal van aangifte, p. 102.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 7.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 97.
7.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van 2 mei 2016 en 26 mei 2016, genummerd PL0900-2016133344, opgemaakt door de politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 263. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
8.Proces-verbaal van aangifte [aangever 6] , p. 25.
9.Proces-verbaal van aangifte [aangever 6] , p. 26.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 12.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 13.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 16.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 17.
14.Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] , p. 33.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 24.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 163.
17.Proces-verbaal van aangifte [ aangever 1] , p. 125.
18.Proces-verbaal van aangifte [ aangever 1] , p. 126.
19.Proces-verbaal van verhoor [ aangever 1] , p. 127.
20.Proces-verbaal van aangifte [aangever 2] , p. 115.
21.Proces-verbaal van aangifte [aangever 2] , p. 116.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 123.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 170.
24.Proces-verbaal van aangifte [aangever 3] , p. 87.
25.Proces-verbaal van aangifte [aangever 3] , p. 88.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 171.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 170.
28.Proces-verbaal van aangifte, p. 108.
29.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , p. 129-130.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 138.
31.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 221.
32.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 223.
33.Proces-verbaal van sporenonderzoek, p. 224.
34.Een geschrift, zijnde een NFI-rapport d.d. 29 juni 2016, opgemaakt door dr. ir. A.J.J. van Es, blad 243 van proces-verbaal nr. PL0900-2016133344.
35.Een geschrift, zijnde een NFI-rapport d.d. 29 juni 2016, opgemaakt door dr. ir. A.J.J. van Es, blz. 244 van proces-verbaal nr. PL0900-2016133344.
36.Een geschrift, zijnde een NFI-rapport d.d. 29 juni 2016, opgemaakt door dr. ir. A.J.J. van Es, blz. 246 van proces-verbaal nr. PL0900-2016133344.