ECLI:NL:RBMNE:2021:2842
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Zorgverzekering en betalingsgeschil tussen Interpolis Zorgverzekeringen N.V. en gedaagde
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 30 juni 2021, staat een geschil centraal tussen Interpolis Zorgverzekeringen N.V. en een gedaagde over niet-betaalde zorgpremies. De gedaagde heeft sinds 2015 een zorgverzekering bij Interpolis en er is een conflict ontstaan over de betaling van premies die teruggaan tot 2019. Eerder was er een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarbij de gedaagde een bedrag van € 1.500,- zou betalen in maandelijkse termijnen. De gedaagde heeft deze betalingen gedaan, maar Interpolis heeft een deel van de betalingen niet correct verwerkt, wat leidde tot een betalingsachterstand volgens Interpolis.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Interpolis niet heeft voldaan aan de voorwaarden van de vaststellingsovereenkomst door de gedaagde niet tijdig af te melden bij het CAK. Dit heeft geleid tot verwarring en onduidelijkheid over de betalingsverplichtingen van de gedaagde. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van Interpolis tot betaling van € 528,04 aan achterstallige premies en zorgkostennota's niet voldoende is onderbouwd en wijst deze af. Tevens wordt de gedaagde in staat gesteld om per 1 januari 2022 over te stappen naar een andere zorgverzekeraar, gezien de tekortkomingen van Interpolis in de nakoming van de overeenkomst.
De proceskosten worden toegewezen aan de gedaagde, waarbij Interpolis grotendeels in het ongelijk wordt gesteld. De kantonrechter benadrukt dat de gedaagde geen belang heeft bij de ontbinding van de overeenkomst, omdat er geen sprake is van een tekortkoming aan zijn zijde. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en correcte afhandeling van betalingsregelingen door zorgverzekeraars.