Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
primair:op 8 februari 2021 te Almere opzettelijk, met voorbedachten rade, heeft geprobeerd [slachtoffer] te doden door met een vuurwapen op zijn lichaam te schieten;
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 18 juni 2021;
- een ‘Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming’ (in de woning aan de [adres] te [woonplaats] );
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF EN MAATREGEL
Verdachte komt vanaf zijn vijftiende in aanraking met justitie, hij pleegde geweldsdelicten en ook vermogensdelicten (ook in combinatie met geweld). De laatste
jaren is dit delictpatroon doorbroken. Verdachte stelt bewust een andere weg in te zijn geslagen waarbij hij zich is gaan richten op werk en het contact met zijn familie. Verdachte maakt een berustende en ook wel reële indruk met betrekking tot hoe hij zijn huidige situatie bekijkt, daarbij aanvaardt hij de consequenties van zijn gedrag. Hij weet dat hem een gevangenisstraf te wachten staat en hij probeert zich te richten op de toekomst. Daarnaast heeft hij via de Penitentiaire Inrichting een herstelbemiddelingstraject in gang gezet.
Tijdens detentiefasering zal de reclassering opnieuw in gesprek gaan met verdachte. De reclassering adviseert wel het opleggen van een contactverbod met het slachtoffer als vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v Sr voor de duur van 2 jaar;
9.BENADEELDE PARTIJ [slachtoffer]
10.VORDERING TENUITVOERLEGGING
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
- 36f, 38v, 38w, 45, 57 en 287 van het Wetboek van Strafrecht en
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
12.BESLISSING
gevangenisstraf van 4 (vier) jaren;
de maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidvoor de duur van
2(
twee jaar)en beveelt dat verdachte:
geenenkele wijze – direct of indirect –
contactheeft of zoekt met het slachtoffer in deze zaak,
[slachtoffer];
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2021 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde, voor zover dat ziet op de schadepost ‘toekomstige schade’, niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde af (
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat € 5.559,36 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2021 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 62 (tweeënzestig) dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer]
opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven,
met een vuurwapen op het lichaam van die [slachtoffer] heeft geschoten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel, te weten een schotwond in het rechterbovenbeen heeft toegebracht door met een vuurwapen op het lichaam van die [slachtoffer] te schieten;
1 meer subsidiairhij op of omstreeks 8 februari 2021 te Almere, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade
zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een vuurwapen op het lichaam van die [slachtoffer] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2hij op of omstreeks 8 februari 2021 te Almere een wapen en/of munitie van categorie II en/of III, te weten een pistool en/of vijf patronen voorhanden heeft gehad.