Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Lelystad
1.De stukken
- het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 28 mei 2014 waarbij de betrokkene ter beschikking is gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege vanwege (kort gezegd) diefstal met geweld, afpersing, verboden vuurwapenbezit en poging diefstal met braak;
- stukken waaruit blijkt dat de terbeschikkingstelling is ingegaan op 12 juni 2015;
- de beslissing van deze rechtbank van 8 juni 2020, waarbij de termijn van terbeschikkingstelling voor het laatst is verlengd met een jaar;
- de vordering van de officier van justitie van 22 april 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar;
- het verlengingsadvies van 13 april 2021 van [naam instelling] , opgemaakt door [A] (hoofd van de inrichting), [B] (hoofd behandeling), [C] (manager behandelzaken) en [D] (psychiater), inhoudend het advies om de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar;
- de wettelijke aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene, over de periode april 2020 tot en met februari 2021;
- de overige stukken van het de betrokkene betreffende dossier.
2.Het onderzoek ter terechtzitting
3.Het standpunt van de inrichting
4.Het standpunt van de officier van justitie
5.Het standpunt van de verdediging
6.Het oordeel van de rechtbank
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
[betrokkene]met een jaar;
- houdt de definitieve beslissing over de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege aan voor maximaal 3 maanden;
- stelt de stukken in handen van de officier van justitie en verzoekt de officier van justitie zorg te dragen voor het laten onderzoeken van de mogelijkheid van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege en erop toe te zien dat daaromtrent het maatregelenrapport door de reclassering wordt opgesteld en tijdig voorafgaand aan de volgende zitting aan het dossier zal worden toegevoegd;