ECLI:NL:RBMNE:2021:2822

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 juni 2021
Publicatiedatum
30 juni 2021
Zaaknummer
21/6
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken beroepsgronden

Op 21 juni 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij eiseres, woonachtig te [woonplaats], een beroep had ingediend tegen een onbekende verweerder. Het beroep was ingediend op 3 december 2020, maar voldeed niet aan de wettelijke eisen zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen kopie van het besluit had ingediend waartegen zij in beroep ging, noch had zij de beroepsgronden uiteengezet. Dit is een vereiste volgens artikel 6:5 van de Awb.

De rechtbank heeft eiseres op 23 februari 2021 een aangetekende brief gestuurd met het verzoek om binnen vier weken de benodigde stukken in te dienen. Eiseres heeft op 23 maart 2021 om uitstel verzocht vanwege ziekte, waarop de rechtbank op 15 april 2021 uitstel heeft verleend. Echter, eiseres heeft niet gereageerd op het verzoek om stukken.

Gelet op het ontbreken van de noodzakelijke beroepsgronden heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, zoals bedoeld in artikel 8:54 Awb. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/6

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 juni 2021 in de zaak tussen

[eiseres], te [woonplaats], eiseres,

en

Onbekende verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend op 3 december 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet een kopie van het besluit indienen waarmee hij het niet eens is. Ook moet hij zeggen waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen.
3. De rechtbank heeft eiseres op 23 februari 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat zij binnen vier weken een kopie moet opsturen van het besluit en moet aangeven waarom zij het niet eens is met het besluit.
4. Eiseres heeft op 23 maart 2021 per mail verzocht om uitstel van vier weken voor het indienen van de opgevraagde stukken omdat zij door ziekte hier niet toe in staat was. De rechtbank heeft op 15 april 2021 per aangetekende brief uitstel verleend van vier weken na de datum van verzending van die brief.
5. Eiseres heeft hier niet op gereageerd.
6. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb. Dat betekent dat het beroep niet inhoudelijk zal worden behandeld.
7. Voor een vergoeding van de proceskosten is geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. De beslissing is uitgesproken op 21 juni 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.