ECLI:NL:RBMNE:2021:2812
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek ongegrond verklaard; geen blijk van vooringenomenheid door de rechter
In deze wrakingszaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 25 juni 2021 uitspraak gedaan op het verzoek tot wraking van verzoeker tegen mr. M.E.A. Braeken. Het wrakingsverzoek werd ingediend omdat verzoeker zich onvoldoende voorbereid voelde op de zitting die op 2 juni 2021 plaatsvond. Verzoeker stelde dat hij pas een half uur voor de zitting op de hoogte was gesteld en dat hij zich daardoor overrompeld voelde. Hij was van mening dat de online zitting, die plaatsvond in het kader van de Covid-19 maatregelen, niet recht deed aan zijn zaak en weigerde met de rechter in gesprek te gaan.
De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard. De rechter heeft volgens de wrakingskamer geen blijk gegeven van vooringenomenheid of partijdigheid. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter op de zitting met verzoeker in gesprek wilde gaan over de gang van zaken en dat de rechter niet verantwoordelijk was voor de situatie waarin verzoeker zich bevond. De wrakingskamer benadrukte dat de online zittingen noodzakelijk waren vanwege de coronamaatregelen en dat dit op zichzelf geen grond voor wraking opleverde. De wrakingskamer heeft ook geen aanleiding gezien om een wrakingsverbod op te leggen, aangezien verzoeker niet blijk gaf van de intentie om de procedure te frustreren.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.