In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, betreft het een rolbeslissing in een individuele vordering van de Volkswagen Group Diesel Efficiency Stichting tegen Volkswagen Aktiengesellschaft. De Stichting vordert schadevergoeding voor de heer [E], die zijn vordering op Volkswagen heeft overgedragen aan de Stichting. De procedure is gestart met een dagvaarding op 15 september 2020 en de mondelinge behandeling vond plaats op 18 mei 2021 via Skype. Tijdens deze zitting zijn de standpunten van beide partijen toegelicht door hun advocaten, waarbij ook belangstellenden aanwezig waren. De kantonrechter heeft na de behandeling aangegeven dat er een rolbeslissing zal volgen.
De zaak is onderdeel van de bredere diesel-kwestie rondom Volkswagen, waarbij de heer [E] claimt dat zijn Volkswagen Passat software bevatte die de uitstoot van stikstofoxide in testomgevingen kunstmatig verlaagde. De Stichting heeft in deze procedure de schadevergoeding van € 5.000,00 gevorderd die aan de heer [E] is toegekend. Volkswagen heeft verzocht om aanhouding van de procedure tot er uitspraak is gedaan in twee collectieve acties die momenteel bij de rechtbank Amsterdam aanhangig zijn. De Stichting verzet zich tegen dit verzoek, omdat zij vreest voor onaanvaardbare vertraging.
De kantonrechter heeft besloten om de beslissing over het aanhoudingsverzoek te combineren met een verzoek van Volkswagen om de zaak te verwijzen naar de rechtbank Amsterdam. De zaak is verwezen naar de rol voor het indienen van een incidentele vordering door Volkswagen, waarna de Stichting de gelegenheid krijgt om hierop te reageren. Tot slot is iedere verdere beslissing aangehouden.