ECLI:NL:RBMNE:2021:2764
Rechtbank Midden-Nederland
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van beroep in bestuursrechtelijke huurtoeslagzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 juni 2021 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van het beroep van eiseres tegen een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de definitieve berekening van haar huurtoeslag over het jaar 2019, vastgesteld op € 1.159,-. Het bezwaar werd ongegrond verklaard in een besluit van 9 december 2020, waarna eiseres op 12 februari 2021 beroep instelde. De rechtbank beoordeelde of het beroep tijdig was ingediend, conform de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat het beroepschrift te laat was ingediend, aangezien dit uiterlijk op 20 januari 2021 ontvangen had moeten zijn. Eiseres voerde aan dat zij door haar chronische ziekte en ziekenhuisbehandeling niet in staat was om tijdig beroep in te stellen. De rechtbank oordeelde echter dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor haar stelling en dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding was. Hierdoor werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, en de rechtbank kwam niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van het bestreden besluit. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze mondelinge uitspraak.