Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiser sub 2],
[eiser sub 3],
[eiser sub 4],
[eiser sub 5],
[eiser sub 6],
[eiser sub 7],
[eiser sub 8],
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 mei 2021, met 14 producties en een (gedeponeerde) usb-stick met videomateriaal,
- het herstelexploot van 4 juni 2021 van de Stichting c.s.,
- de akte houdende correcties en aanvullingen op de dagvaarding van de Stichting c.s.,
- de nagezonden productie 15 van de Stichting c.s.,
- de eis in reconventie, tevens overlegging producties van [gedaagde] ,
- de pleitnota van de Stichting c.s.,
- de pleitnota van [gedaagde] ,
- de mondelinge behandeling van maandag 14 juni 2021, waarvan de griffier aantekeningen heeft gehouden.
2.Waar gaat het over
[titel 1] ’. Naar aanleiding van deze vlogs hebben de Stichting c.s. en [gedaagde] diverse gesprekken gevoerd, waarna [gedaagde] zes vlogs heeft verwijderd. Dat laatste kondigde [gedaagde] in zijn vlog van 16 juni 2020 met de titel ‘
[titel 1]’ aan. [gedaagde] zegt daarin dat hij weer achter het bestuur staat.
Ik geef je één dag. Als je niet vertrekt, maak ik je dood.”, waaraan [gedaagde] toevoegt: “
Het hele bestuur moet weg. Allemaal weg!”.
[titel 2]’ en ‘
[titel 3]’. Tot en met 5 juni 2021 plaatst [gedaagde] 8 vlogs.
“Wanneer binnen dat jaar uw gedragnietpositief verandert, alle video’s verwijderd worden en u openbaar een rectificatie doet, zullen wij genoodzaakt zijn om dit toegangsverbod te verlengen.”Volgens de Stichting c.s. is het volgende aanleiding voor het opleggen van het verbod:
- Verstoren van de gebeden door luid te spreken,
- Niet respecteren van de geldende huisregels
- Beledigen van bestuursleden
- Doodsbedreigingen gericht naar leden van het bestuur (22-09-2020)
- Inbraak in de keuken (14-11-2020)
- Vernieling van de deur en beveiligingscamera van de keuken (14-11-2020)
- Verstoren van een toespraak van de voorzitter en hem beletten verder te kunnen spreken (30-03-2021)
- Heimelijk in de nacht stilteborden van de muur verwijderen en weggooien (31-3-2021)
- Heimelijk in de nacht huisregels van de muur verwijderen en weggooien (31-3-2021)
- Publiceren van meer dan 12 video’s op sociale media waarin het bestuur valselijk wordt beschuldigd van o.a. diefstal en corruptie (januari 2020-heden)
- Persoonlijk (telefonisch) stalken van bestuursleden
- Op een dreigende toon het vertrek van het bestuur opeisen, anders zou het uit de hand gaan lopen
- Veroorzaken van een onveilig gevoel bij de gezinnen van bestuursleden door bovengenoemde gedrag en zich tot hun vrouwen te wenden in zijn video (17-04-2021)
- Zijn aanhangers oproepen via sociale media om massaal naar de moskee te komen om de orde te verstoren
[eiseres sub 1] schade heeft ondervonden en nog steeds ondervindt in haar naam en reputatie
Bestuursleden bij naam door het slijk worden gehaald en daardoor persoonlijke schade ondervinden
Wij de veiligheid van onze bezoekers en vrijwilligers niet kunnen garanderen
Wij de rust in de gebedsruimte niet kunnen bewaken
Bezoekers onze moskee inruilen voor een andere vanwege gebrek aan rust en veiligheid
Er vrijwilligers zijn die aangeven een angstig gevoel in de stichting te hebben en vrezen voor hun kinderen wanneer zij op het buitenterrein spelen
Er vrijwilligers zijn die aangeven stress en mentale problemen te hebben gekregen wat invloed heeft op hun functioneren
Kinderen van bestuursleden van andere kinderen horen dat hun vaders bedreigd worden, wat een behoorlijke impact heeft op hun algemene gesteldheid”
smaad(schrift) en laster en het doen van belastende en negatieve uitlatingen over cliënte(toevoeging rechtbank: de Stichting)
in de (sociale) media te staken en gestaakt te houden”en de vlogs die online zijn te verwijderen.
3.Wat oordeelt de voorzieningenrechter
- i) de aard van de gepubliceerde uitlatingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die uitlatingen betrekking hebben,
- ii) de ernst – bezien vanuit het algemeen belang – van de misstand die aan de kaak wordt gesteld,
- iii) de mate waarin de uitlatingen steun vinden in het beschikbare feitenmateriaal,
- iv) de totstandkoming en inkleding van de uitlatingen,
- v) het gezag dat het medium waarop de uitlatingen zijn gepubliceerd geniet en
- vi) de maatschappelijke positie van de betrokken persoon.
levensgevaarlijk” noemen en te stellen “
[.]”. [gedaagde] pleegt ook laster volgens de Stichting c.s. [gedaagde] stelt in zijn vlogs namelijk dat hij uit de moskee wordt geweerd vanwege zijn kritische houding. Hij doet alsof hij iets ontdekt heeft dat niet in de haak is, maar dat is niet waar. [gedaagde] weet dat hij het toegangsverbod heeft gekregen omdat hij regelematig de stilte in de gebedsruimte heeft verstoord, vernielingen heeft aangeircht en de huisregels en stilteborden van de muur heeft weggenomen. Dit alles levert ontoelaatbare inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van de Stichting maar ook van de bestuursleden en de twee vrijwilligers. Verder stelt de Stichting c.s. dat [gedaagde] zijn aanvallen op de bestuursleden heeft geintensiveert nadat hij vanwege zijn wangedrag een toegangsverbod heeft gekregen.
[.] .”. De gemene delen in de onrechtmatige uitingen van [gedaagde] is volgens de Stichting c.s. dat hij de Stichting c.s. onterecht vals en tendentieus beschudligd van het wegmaken van geld, van het creëren van choas en het plegen van gruweldaden, ook in strafrechtelijke zin. [gedaagde] roept al sinds vorige jaar dat hij ‘
bewijs heeft’, maar legt niets over waaruit blijkt dat de Stichting zich schuldig maakt aan financiële malversaties of het wegmaken van geld van donateurs. [gedaagde] handelt onrechtmatig tegenover de Stichting c.s. door de volgs op internet te plaatsen en daar onware, grieven en lasterlijke uitlatingen te doen. De Stichting c.s. heeft daarom belang bij haar vorderingen, aldus nog steeds de Stichting c.s.
”
misdragingen en strafbare feiten’ heeft begaan. Vast staat namelijk dat tussen partijen sprake is van een conflict met betrekking tot het beheer van de moskee die kennelijk (grotendeels) wordt gefinancierd met de donaties van de bezoekers. In combinatie met de andere gedragingen van [gedaagde] in de moskee heeft de Stichting c.s. het wenselijk geacht [gedaagde] tijdelijk de toegang tot de moskee te ontzeggen. Deze conflictsituatie rechtvaardigt naar het oordeel van de voorzieningenrechter het opgelegde toegangsverbod. Anders dan [gedaagde] stelt is het verbod wél beperkt in duur en is niet voor onbepaalde tijd (zie r.o. 2.12). Ook wordt [gedaagde] niet beperkt in het belijden van zijn geloof. De Stichting c.s. heeft immers gesteld dat er nog zeker zes andere moskeeën zijn waar [gedaagde] naar toe kan gaan om te bidden en te bezinnen.