ECLI:NL:RBMNE:2021:2746

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
22 juni 2021
Publicatiedatum
28 juni 2021
Zaaknummer
21/2091
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht

Op 22 juni 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen verzoekers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Huizen. Verzoekers hadden op 26 mei 2021 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. De voorzieningenrechter heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat verzoekers het griffierecht niet hadden betaald. Volgens artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij een verzoek om een voorlopige voorziening. In dit geval bedroeg het griffierecht € 49,-.

De voorzieningenrechter heeft op 29 mei 2021 een aangetekende brief naar verzoekers gestuurd, waarin zij werden geïnformeerd dat het griffierecht binnen twee weken betaald moest worden. Aangezien het griffierecht niet op tijd was ontvangen en verzoekers geen geldige reden hadden gegeven voor deze niet-betaling, kon de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk behandelen. De hoofdregel is dat als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald, de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk mag behandelen, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat er geen uitspraak over de inhoud van het verzoek is gedaan. Verzoekers kregen geen gelijk en er werd geen vergoeding van de proceskosten toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2091

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 juni 2021 in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , te [woonplaats] , verzoekers,

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Huizen, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers van
26 mei 2021.

Overwegingen

1.De voorzieningenrechter nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Verzoekers hebben namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de voorzieningenrechter de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de voorzieningenrechter dat verder uit.
2. Iemand die om een voorlopige voorziening vraagt moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 49,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de voorzieningenrechter het verzoek niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar verzoekers niets aan kunnen doen.
4. De voorzieningenrechter heeft verzoekers op 29 mei 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat verzoekers het griffierecht binnen twee weken moeten betalen aan de rechtbank.
5. De voorzieningenrechter heeft het bedrag niet (op tijd) ontvangen. Verzoekers hebben daar geen geldige reden voor gegeven.
6. Het verzoek zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld en de voorzieningenrechter zal geen uitspraak over het verzoek doen. Het verzoek is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb).
7. Verzoekers krijgen geen gelijk en daarom ook geen vergoeding van de proceskosten.

Beslissing

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening
niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. van Ettikhoven, griffier. De beslissing is uitgesproken op 22 juni 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
(de rechter is verhinderd om deze uitspraak te ondertekenen)
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.