ECLI:NL:RBMNE:2021:2742
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging doodslag en zware mishandeling na inrijden op personen tijdens vlucht
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd verdacht van poging tot doodslag en zware mishandeling. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 2 maart 2019 in Urk, waar de verdachte met zijn auto op een aantal personen zou zijn ingereden. De verdachte verklaarde dat hij probeerde te vluchten voor belagers die hem uit een café naar buiten volgden en tegen zijn auto trapten en sloegen. De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte als geloofwaardig beoordeeld en vastgesteld dat hij zich niet bewust was van de personen op de groenstrook. De rechtbank concludeerde dat er geen opzet op de dood of op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel kon worden bewezen, ook niet in voorwaardelijke zin. Daarom sprak de rechtbank de verdachte integraal vrij van alle ten laste gelegde feiten. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor enkele van de ten laste gelegde feiten, maar achtte andere feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdediging pleitte voor vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten. Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat de verdachte niet doelbewust op de personen was ingereden, maar enkel in paniek probeerde te ontsnappen aan zijn belagers. De rechtbank verklaarde de tenlastelegging niet bewezen en sprak de verdachte vrij.