ECLI:NL:RBMNE:2021:2742

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 juni 2021
Publicatiedatum
28 juni 2021
Zaaknummer
16.053176.19 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van poging doodslag en zware mishandeling na inrijden op personen tijdens vlucht

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 juni 2021 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd verdacht van poging tot doodslag en zware mishandeling. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 2 maart 2019 in Urk, waar de verdachte met zijn auto op een aantal personen zou zijn ingereden. De verdachte verklaarde dat hij probeerde te vluchten voor belagers die hem uit een café naar buiten volgden en tegen zijn auto trapten en sloegen. De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte als geloofwaardig beoordeeld en vastgesteld dat hij zich niet bewust was van de personen op de groenstrook. De rechtbank concludeerde dat er geen opzet op de dood of op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel kon worden bewezen, ook niet in voorwaardelijke zin. Daarom sprak de rechtbank de verdachte integraal vrij van alle ten laste gelegde feiten. De officier van justitie had vrijspraak gevorderd voor enkele van de ten laste gelegde feiten, maar achtte andere feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdediging pleitte voor vrijspraak van alle ten laste gelegde feiten. Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat de verdachte niet doelbewust op de personen was ingereden, maar enkel in paniek probeerde te ontsnappen aan zijn belagers. De rechtbank verklaarde de tenlastelegging niet bewezen en sprak de verdachte vrij.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Lelystad
Parketnummer: 16.053176.19 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 29 juni 2021
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1991] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 juni 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van de officier van justitie, mr. J.R.F. Esbir Wildeman, en van hetgeen verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.N. de Bruijn, advocaat te Almere, naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1
primair
op 2 maart 2019 in Urk heeft geprobeerd [benadeelde 1] te doden door met een auto op hem in te rijden;
subsidiair
op 2 maart 2019 in Urk [benadeelde 1] zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht door met een auto op hem in te rijden;
meer subsidiair
op 2 maart 2019 in Urk heeft geprobeerd [benadeelde 1] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door met een auto op hem in te rijden;
meest subsidiair
op 2 maart 2019 in Urk [benadeelde 1] heeft mishandeld door met een auto op hem in te rijden;
2
primair
op 2 maart 2019 in Urk heeft geprobeerd [benadeelde 2] te doden door met een auto op hem in te rijden;
subsidiair
op 2 maart 2019 in Urk heeft geprobeerd [benadeelde 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door met een auto op hem in te rijden;
meer subsidiair
op 2 maart 2019 in Urk [benadeelde 2] heeft mishandeld door met een auto op hem in te rijden.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.VRIJSPRAAK

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte vrij te spreken van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde en het onder 2 primair ten laste gelegde. De officier van justitie acht het onder 1 meer subsidiair en het onder 2 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het onder 1 primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde. Zij heeft eveneens vrijspraak bepleit van het onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Integrale vrijspraak
Op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter zitting heeft de rechtbank niet de overtuiging bekomen dat de aan verdachte ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden. De rechtbank kan vaststellen dat verdachte in de auto heeft gereden, daarmee is gekeerd, over de groenstrook is gereden en dat [benadeelde 1] en [benadeelde 2] daarbij zijn geraakt. Zij hebben beiden letsel. Verdachte heeft echter verklaard dat hij niet doelbewust is ingereden op de personen die op de groenstrook stonden, maar enkel wilde vluchten voor zijn belagers, die hem vanuit het illegale café naar buiten waren gevolgd en tegen zijn auto hadden getrapt en geslagen. Hij wilde daarvan juist wegrijden en is zich in de chaos en paniek niet bewust geweest van de personen op de groenstrook, aldus verdachte. Gelet op de overige stukken in het dossier, waaronder het aantreffen van een voetzoolafdruk op de auto van verdachte, acht de rechtbank de verklaring van verdachte geloofwaardig en zij zal deze dan ook als uitgangspunt nemen. Dat brengt de rechtbank tot de conclusie dat verdachte geen opzet had, ook niet in voorwaardelijke zin, op de dood, dan wel op het toebrengen van (zwaar) lichamelijk letsel of pijn aan [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] . De rechtbank zal verdachte daarom integraal vrijspreken.

5.BESLISSING

De rechtbank:
Vrijspraak
- verklaart het onder 1 primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair ten laste gelegde en het onder 2 primair, subsidiair en meer subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst, voorzitter, mr. H. den Haan en mr. H. Bakker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Fortuin, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 juni 2021.
Mr. H. Bakker is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1

hij op of omstreeks 2 maart 2019 te Urk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde 1] opzettelijk van het leven te beroven, met een (personen)auto met hoge snelheid en/of hoge toeren op die [benadeelde 1] is ingereden en/of tegen die [benadeelde 1] is aangereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 maart 2019 te Urk aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken sleutelbeen en/of een hersenschudding, heeft toegebracht door met een (personen)auto met hoge snelheid en/of hoge toeren op die [benadeelde 1] in te rijden en/of tegen die [benadeelde 1] aan te rijden;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 maart 2019 te Urk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een (personen)auto met hoge snelheid en/of hoge toeren op die [benadeelde 1] is ingereden en/of tegen die [benadeelde 1] is aangereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meest subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 maart 2019 te Urk [benadeelde 1] heeft mishandeld door met een (personen)auto met hoge snelheid en/of hoge toeren op die [benadeelde 1] in te rijden en/of tegen die [benadeelde 1] aan te rijden;
2

hij op of omstreeks 2 maart 2019 te Urk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde 2] opzettelijk van het leven te beroven, met een (personen)auto met hoge snelheid en/of hoge toeren op die [benadeelde 2] is ingereden en/of tegen die [benadeelde 2] is aangereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 maart 2019 te Urk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een (personen)auto met hoge snelheid en/of hoge toeren op die [benadeelde 2] is ingereden en/of tegen die [benadeelde 2] is aangereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 2 maart 2019 te Urk [benadeelde 2] heeft mishandeld door met een (personen)auto met hoge snelheid en/of hoge toeren op die [benadeelde 2] in te rijden en/of tegen die [benadeelde 2] aan te rijden.