ECLI:NL:RBMNE:2021:2693
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Bijstandsaanvraag en de aanvangsdatum van de bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 25 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht over de aanvangsdatum van een bijstandsuitkering. Eiser had bijstand aangevraagd op basis van de Participatiewet (Pw) en stelde dat hij zich op 16 december 2019 had gemeld voor een aanvraag, terwijl verweerder stelde dat de aanvraag pas op 23 december 2019 was ingediend.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 18 februari 2020 bijstand was toegekend met terugwerkende kracht tot 23 december 2019. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 2 december 2020, waarin zijn bezwaar ongegrond was verklaard. Tijdens de zitting op 25 juni 2021 zijn zowel eiser als zijn gemachtigde niet verschenen, en ook verweerder was niet aanwezig omdat er geen vragen waren.
De rechtbank heeft in haar overwegingen geconcludeerd dat er geen bewijs was dat eiser op 16 december 2019 een aanvraag om bijstand had ingediend. De stukken die eiser had ingeleverd, gaven volgens de rechtbank geen aanleiding om dit als een aanvraag te beschouwen. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het proces-verbaal in beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.