ECLI:NL:RBMNE:2021:2665

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
23 juni 2021
Publicatiedatum
23 juni 2021
Zaaknummer
9012469
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor beschadigde autosleutel van een leenauto in het kader van een bruikleenovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 23 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, hierna te noemen [eisende partij], en een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De eiseres vorderde betaling van € 173,60 voor de vervangende kosten van een autosleutel van een leenauto, die aan de gedaagde partij was verstrekt. De gedaagde partij had de leenauto in gebruik gekregen omdat zijn eigen auto ter reparatie was. Bij het inleveren van de sleutel bleek de behuizing van de sleutel beschadigd. De eiseres stelde dat de schade was veroorzaakt door de gedaagde partij, die zich niet als een goed huisvader had gedragen, zoals vereist onder artikel 7A:1781 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek.

De gedaagde partij betwistte de aansprakelijkheid en voerde aan dat de schade was ontstaan door een samenloop van omstandigheden, waaronder een laadprobleem van de leenauto. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij zich niet had gedragen als een goed huisvader en dat de schade aan de sleutel het gevolg was van onzorgvuldig gebruik. De vordering van de eiseres werd toegewezen, inclusief de wettelijke rente en proceskosten. De kantonrechter veroordeelde de gedaagde partij tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten, die in totaal op € 289,44 werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Civiel recht
kantonrechter
locatie Utrecht
zaaknummer: 9012469 AC EXPL 21-386 QR/46974
Vonnis van 23 juni 2021
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eisende partij] B.V., m.h.o.d.n. [handelsnaam],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder ook te noemen [eisende partij] ,
eisende partij,
gemachtigde: ing. J. Zuurman,
tegen:
[gedaagde partij],
wonende te [woonplaats] ,
verder ook te noemen [gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- het bericht van 16 maart 2021 van [gedaagde partij] ;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat het over?

2.1.
[gedaagde partij] heeft van [eisende partij] in december 2019 een vervangende elektrische auto van het merk Citroen C-Zero (hierna de leenauto) in gebruik gekregen, omdat [gedaagde partij] zijn auto bij [eisende partij] had gebracht ter reparatie. Toen [gedaagde partij] de sleutel van de leenauto inleverde bleek de behuizing van de sleutel gebroken.
2.2.
[eisende partij] heeft de kosten van de vervanging van de sleutel aan [gedaagde partij] in rekening gebracht bij factuur van 2 januari 2020 ter hoogte van € 173,60. [gedaagde partij] heeft deze factuur niet voldaan.
2.3.
[eisende partij] vordert in deze procedure betaling van het factuurbedrag, vermeerderd met rente en kosten. [eisende partij] is van mening dat de schade aan de sleutel van de leenauto door [gedaagde partij] is veroorzaakt en (het ontstaan van) de schade hem valt toe te rekenen. Daarom moet hij de kosten van een vervangende sleutel als schadevergoeding betalen.
2.4.
[gedaagde partij] heeft uitgelegd dat de sleutel beschadigd is geraakt door de navolgende samenloop van omstandigheden. Bij het instappen in de leenauto bleek dat hiermee nog slechts 30 kilometer te rijden was. Toen de leenauto eenmaal een aantal dagen onder de carport van [gedaagde partij] stond en hij de auto wilde opladen, bleek bovendien dat de meegeleverde stekker niet werkte. Dit heeft [gedaagde partij] telefonisch gemeld bij [eisende partij] , maar die heeft daar niets mee gedaan. Toen de eigen auto van [gedaagde partij] was gerepareerd en hij deze wilde gaan ophalen, startte de leenauto niet. [gedaagde partij] heeft toen in zijn haast de sleutel waarschijnlijk te ver doorgedraaid in het contact van de leenauto waardoor de behuizing van de sleutel is beschadigd. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde partij] vindt dat hij vanwege deze samenloop van omstandigheden niet verantwoordelijk en aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade aan de sleutel.

3.Het oordeel van de kantonrechter

3.1.
Tussen partijen is in geschil of [gedaagde partij] gehouden is de factuur te betalen die ziet op de door hem toegebrachte schade aan de sleutel van de leenauto. De kantonrechter begrijpt dat [eisende partij] stelt dat sprake is van een bruikleenovereenkomst als bedoeld in artikel 7A:1777 van het Burgerlijk Wetboek (BW), dat [gedaagde partij] niet heeft voldaan aan zijn verplichting op grond van artikel 7A:1781 lid 1 BW om als een goed huisvader voor de geleende zaak te zorgen en dat hij daarom op grond van artikel 6:74 BW gehouden is de schade te vergoeden die [eisende partij] als gevolg hiervan heeft geleden.
3.2.
[eisende partij] zegt dat zij de leenauto uit coulance kosteloos aan [gedaagde partij] heeft meegegeven, maar dat ze dat eigenlijk niet hoefde te doen omdat er geen recht was op een vervangende auto. [gedaagde partij] heeft dat niet weersproken. [gedaagde partij] is met de leenauto naar huis gereden. Hij heeft de leenauto dus toen gewoon kunnen starten. [gedaagde partij] woont, zegt hij 10 kilometer van de garage van [eisende partij] en heeft de leenauto niet gebruikt gedurende de bruikleenperiode omdat hij hem niet opgeladen kreeg. Dat betekent dat de leenauto nog voldoende energie moet hebben gehad om met de leenauto terug te rijden naar de garage toen de auto van [gedaagde partij] klaar was. Het laadprobleem kan dus niet de oorzaak zijn geweest dat de auto niet startte. [eisende partij] heeft aangevoerd dat de leenauto gewoon startte toen zij, met de reservesleutel, de leenauto op heeft laten halen, nadat [gedaagde partij] de kapotte sleutel had ingeleverd. [gedaagde partij] heeft gezegd dat hij zich dat niet kan voorstellen, maar daaruit kan niet worden opgemaakt dat het problematisch was de leenauto te starten. Per saldo blijft dan alleen als verklaring voor het ontstaan van de schade aan de sleutel over het, zoals [gedaagde partij] het zelf zegt, “in de haast te ver doordraaien van de sleutel in het contact”. Een dergelijke handeling beschouwt de kantonrechter als onzorgvuldig gebruik van de sleutel. Daarmee staat vast dat [gedaagde partij] zich niet heeft gedragen als een goed huisvader en gehouden is de kosten van een vervangende sleutel te betalen. De vordering in hoofdsom zal dus worden toegewezen.
3.3.
De kantonrechter zal de vordering van [eisende partij] dus toewijzen, met de gevorderde wettelijke rente, die op zichzelf niet bestreden is.
Proceskosten
3.4.
[gedaagde partij] zal, als in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van het geding worden veroordeeld.
- dagvaarding € 89,44
- griffierecht € 126,00
- salaris gemachtigde €
74,00(2 punten x tarief € 37,00)
Totaal € 289,44

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om aan [eisende partij] tegen bewijs van kwijting te betalen € 173,60 met de wettelijke rente over € 173,60 vanaf de dag volgend op de dag van vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
4.2.
veroordeelt [gedaagde partij] tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eisende partij] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 289,44, waarin begrepen € 74,00 aan salaris gemachtigde;
4.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.P.M. Straver, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2021.