ECLI:NL:RBMNE:2021:2632
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot afwijzing van aanvraag huishoudelijke ondersteuning op grond van de Wmo en de beoordeling van de noodzaak voor maatwerkvoorzieningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een moeder van vier minderjarige kinderen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein. Eiseres had een aanvraag ingediend voor huishoudelijke ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, die door verweerder werd afgewezen. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop in detail uiteengezet, waarbij verweerder in eerste instantie de aanvraag afwees, maar later een herzien besluit nam waarin tijdelijke maatwerkvoorzieningen werden toegekend. Eiseres was het niet eens met het bestreden besluit en stelde dat er onvoldoende rekening was gehouden met haar situatie en de zorgbehoeften van haar kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de situatie van eiseres en dat de verstrekte maatwerkvoorzieningen adequaat waren. De rechtbank oordeelde dat de argumenten van eiseres niet voldoende waren om te concluderen dat er een noodzaak was voor verdere ondersteuning dan wat al was toegekend. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.