ECLI:NL:RBMNE:2021:2622
Rechtbank Midden-Nederland
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Terugvordering zorgtoeslag en huurtoeslag met bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 7 juni 2021 uitspraak gedaan over de terugvordering van zorg- en huurtoeslag door de Belastingdienst/Toeslagen. Eiser, die in 2019 een nabetaling van de WIA-uitkering ontving, werd geconfronteerd met een terugvordering van € 1.189,- zorgtoeslag en € 3.046,- huurtoeslag. De Belastingdienst had vastgesteld dat eiser geen recht had op deze toeslagen vanwege een overschrijding van de inkomensgrens. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij bijzondere omstandigheden aanvoerde die zouden moeten leiden tot matiging van de terugvordering.
Tijdens de zitting op 7 juni 2021 heeft eiser, bijgestaan door zijn maatschappelijk werker, zijn situatie toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overschrijding van de inkomensgrens buiten de schuld van eiser is ontstaan, als gevolg van fouten van instanties. Eiser heeft bovendien aangegeven dat terugbetaling van de toeslagen zou leiden tot ernstige financiële problemen en gezondheidsproblemen, wat door schriftelijke rapportages werd onderbouwd.
De rechtbank oordeelde dat de nadelige gevolgen van de terugvordering niet in verhouding stonden tot de doelen van de wetgeving. Daarom heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, de bestreden besluiten vernietigd en de terugvordering van zowel de zorg- als de huurtoeslag op nihil gesteld. Tevens is de Belastingdienst opgedragen het betaalde griffierecht aan eiser te vergoeden. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. M.R. van der Vos, rechter, in aanwezigheid van mr. L. Janssens-Kleijn, griffier.