Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats] (Ethiopië), voor de volgende vormen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:2 lid 2 Wvggz:
Rechtbank Midden-Nederland
Op 7 juni 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie op 21 mei 2021, naar aanleiding van zorgen over de geestelijke gezondheid van de betrokkene, geboren in 1985 in Ethiopië. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 juni 2021 via Skype, conform de coronamaatregelen. Tijdens deze zitting zijn de betrokkene, zijn advocaat mr. H. Cornelis, de officier van justitie mevrouw V.A.S.E. Lantain en een behandelaar gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel en risico op levensgevaar. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleent daarom een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, tot en met 7 juni 2022, voor verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter E.A.A. van Kalveen en schriftelijk uitgewerkt op 15 juni 2021. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.