ECLI:NL:RBMNE:2021:2538
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschillen over opzegging en ontbinding van de huurovereenkomst met betrekking tot kamerhuur en servicekosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 2 juni 2021 uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen een verhuurder, vertegenwoordigd door [eiseres] B.V., en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De huurder woont sinds december 2016 in een appartement en de verhuurder heeft de huurovereenkomst opgezegd. De verhuurder vordert een verklaring voor recht dat de huurovereenkomst rechtsgeldig is opgezegd en ontbinding van de huurovereenkomst, terwijl de huurder verweer voert en een vordering in reconventie instelt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opzegging nietig is, omdat deze niet voldeed aan de wettelijke vereisten van artikel 7:271 BW. De kantonrechter oordeelt dat de huurovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd en dat de huurder niet tekort is geschoten in zijn verplichtingen. De vorderingen van de verhuurder worden afgewezen, terwijl de vorderingen van de huurder tot terugbetaling van internetkosten en gemeentelijke lasten worden toegewezen. De proceskosten worden voor het grootste deel aan de verhuurder opgelegd.