ECLI:NL:RBMNE:2021:2513

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 juni 2021
Publicatiedatum
15 juni 2021
Zaaknummer
20/3193
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet volledig betaald griffierecht

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 3 juni 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen het besluit van de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort van 29 juli 2020. Eiseres had het griffierecht van € 354,- niet volledig betaald, maar slechts € 3,45,-. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld omdat het griffierecht niet volledig was voldaan. Eiseres had eerder, op 6 januari 2021, een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van betaling, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet het volledige griffierecht binnen de gestelde termijn had betaald, ondanks meerdere verzoeken om uitstel. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiseres zal het deels betaalde griffierecht terugontvangen, maar er is geen sprake van een vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om in verzet te gaan tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3193

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 juni 2021 in de zaak tussen

[eiseres] ., te [vestigingsplaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels MRE),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen het besluit van verweerder van
29 juli 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres heeft namelijk het griffierecht niet volledig betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 354,-. Eiseres heeft slechts € 3,45,- betaald.
3. Als het griffierecht niet of deels wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Bij brief van 6 januari 2021 is door de gemachtigde een beroep op betalingsonmacht gedaan en verzocht om uitstel van het betalen van griffierecht. Ter onderbouwing hiervan heeft hij verschillende brieven van rechtbanken en een draagkrachtverklaring van zijn vennootschap [vennootschap] B.V. overgelegd. Dit verzoek is naar het oordeel van de rechtbank terecht bij brief 10 februari 2021 afgewezen. Aangezien gemachtigde namens eiseres beroep heeft ingesteld, is de financiële positie van eiseres van belang. Een onderbouwing daarvan is achterwege gebleven.
5. Eiseres heeft bij brief van 11 februari 2021 en 17 februari 2021 wederom een beroep gedaan op betalingsonmacht en verzocht om uitstel van het betalen van griffierecht. Deze brieven waren nagenoeg identiek aan de brief van 6 januari 2021, zodat de rechtbank kan volstaan met een verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen.
6. Vervolgens heeft de rechtbank eiseres op 11 februari 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat eiseres het griffierecht van € 345,- binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank. Verder is vermeld dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als het griffierecht niet op tijd wordt betaald. De rechtbank heeft via Track&Trace van PostNL vastgesteld dat de brief van 11 februari 2021 door of namens de gemachtigde van opposante is opgehaald bij de Primera aan de [locatie] te [plaats] op 17 februari 2021.
7. Eiseres heeft dus niet het gehele verschuldigde bedrag van € 354,- binnen de termijn voldaan.
8. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 van de Awb). Het beroep zal daarom niet inhoudelijk worden behandeld.
9. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.
10. Omdat eiseres het griffierecht deels heeft betaald, zal dit aan haar worden terugbetaald.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Moed, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. De beslissing is uitgesproken op 3 juni 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.