ECLI:NL:RBMNE:2021:2511
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar wegens te late indiening door coronacrisis en taalproblemen
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 3 juni 2021 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen het besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit dat op 23 juli 2020 was genomen, maar dit bezwaar was te laat ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift pas op 29 mei 2020 door verweerder was ontvangen, terwijl dit uiterlijk op 4 mei 2020 ingediend had moeten zijn. Eiser heeft als reden voor de te late indiening de coronacrisis en taalproblemen opgegeven. De rechtbank oordeelt dat deze redenen niet als geldig kunnen worden aangemerkt. De coronacrisis op zich biedt geen rechtvaardiging voor het niet tijdig indienen van het bezwaar, en eiser heeft niet aangetoond dat hij door zijn taalproblemen niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De rechtbank benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van eiser is om binnen de gestelde termijn bezwaar in te dienen, en dat hij hiervoor hulp had kunnen inschakelen indien nodig. Gezien deze overwegingen heeft de rechtbank geoordeeld dat verweerder het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Het beroep van eiser is daarom kennelijk ongegrond verklaard, en eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.