4.3Het oordeel van de rechtbank
Feiten 3 en 4
De feiten zijn door verdachte begaan. Verdachte heeft het deze feiten bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 31 mei 2021;
- een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen nr. PL0900-2020253520-2 d.d. 6 augustus 2020, opgemaakt door [B] (blz. 5 t/m 7 van proces-verbaal nr. PL0900-2020253520);
- een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen nr. PL0900-2020253520-16 d.d. 6 augustus 2020, opgemaakt door [C] en [D] (blz. 14 van proces-verbaal nr. PL0900-2020253520);
- een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen nr. PLO900-2020253520-33 d.d. 7 augustus 2020, opgemaakt door [E] (blz. 19 van proces-verbaal nr. PL0900-2020253520);
- een ambtsedig proces-verbaal van onderzoek naar verdovende middelen nr. PL0900-2020253520-43 d.d. 11 augustus 2020, opgemaakt door [F] en [G] (blz. 128 t/m 132 van proces-verbaal nr. PL0900-2020253520);
- een geschrift, zijnde een NFI-rapport d.d. 11 augustus 2020, opgemaakt door ing. [H] , blz. 133 van proces-verbaal nr. PL0900-2020253520;
- een geschrift, zijnde een NFI-rapport d.d. 11 augustus 2020, opgemaakt door ing. [H] , blz. 134 van proces-verbaal nr. PL0900-2020253520.
- een geschrift, zijnde een NFI-rapport d.d. 11 augustus 2020, opgemaakt door ing. [H] , blz. 135 van proces-verbaal nr. PL0900-2020253520.
Bewijsmiddelen
In een proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2020 is onder meer het volgende gerelateerd:
Op 6 augustus 2020 zag ik een zwarte Ford Focus. (…) Ik besloot daarom het voertuig en de bestuurder te controleren op de parkeerplaats bij tankstation [naam tankstation] , gevestigd aan de Rijksweg [.] [..] te [plaatsnaam 1] . De bestuurder gaf mij op te zijn genaamd: [verdachte] , geboren op [1990] te [geboorteplaats] .(…) Ik vorderde [verdachte] nogmaals om de aanwezige stoffen uit te leveren. (…) Ik zag dat hij meerdere sigarettendoosjes op de motorkap legde met daarin gripzakjes hennep. (…) Bij de eerste blik in het tasje zag ik dat er een
stapeltje bankbiljetten in het tasje zat. (…) Tijdens de insluiting van de verdachte aan het bureau werden ook 42 pony packs aangetroffen in de onderbroek van de verdachte. De verdachte verklaarde zelf dat dit cocaïne betrof. Tevens werd er een zogenoemde 'dealertelefoon' aangetroffen.
In een proces-verbaal houdende een kennisgeving van inbeslagneming is onder meer het volgende gerelateerd:
Plaats : Rijksweg [.] , [plaatsnaam 1]
Datum en tijd : 6 augustus 2020
Totale hoeveelheid 801,15 EUR
Beslagene Achternaam [verdachte]
Voornamen: [verdachte (voornaam)]
In een proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2020 is onder meer het volgende gerelateerd:
Wij zetten de verdachte achterin onze dienstauto. Wij hoorden kort daarop dat er een telefoon af ging. Wij zagen dat de verdachte een kleine zwarte Nokia telefoon uit zijn zak haalde.
In een proces-verbaal van bevindingen van 8 augustus 2020 is onder meer het volgende gerelateerd:
Op 7 augustus 2020 kreeg ik het verzoek tot het uitwerken van de uitgelezen data van de Nokia TA-1010. Deze was aangetroffen bij de hieronder genoemde verdachte.(…) Gelezen op 5 augustus 2020: “Yo man, today 1x 3g and 1x 2g?" (…) Verstuurd op 5 augustus 2020: “Oke is good. [...] you want 3gr and 2gr i only have 5gr on me naw but in one bag".(…) Verdachte: [verdachte] , geboren op [1990] te [geboorteplaats] .
Op 29 september 2020 is [getuige 1] als getuige gehoord. [getuige 1] heeft in dit verhoor onder meer het volgende verklaard:
O: Op 3 en 4 augustus 2020 is gebeld met een telefoon waarvan wij denken dat deze in
gebruik is bij een drugsdealer. Op 4 augustus 2020 is er een sms vanaf dit nummer
verzonden: "Jo ik ben er man".
V: Waar ging dit contact over?
A: Wiet.
V: Wat heb jij toen gekocht?
A: Wiet. (…)
V: Sinds wanneer koop je drugs bij deze dealer?
A: Sinds een jaar, anderhalf jaar. (…)
V: Hoe bestel je de drugs?
A: Vooral via SMS.
V: Welk telefoonnummer bel je daarvoor?
A: [telefoonnummer] .
V: Hoe ziet hij er uit?
A: Donkere jongen, lange haren, in een soort van haren net, haren zak. Slank postuur.
O: Wij laten je een foto zien(de rechtbank begrijpt: de foto op pagina 180).
V: Herken je de persoon op deze foto?
A: Ja, dat is hem. (…) Dat is de jongen die de wiet kwam brengen en aan wie ik het geld gaf.
V: Wanneer heb je voor het eerst bij hem drugs gekocht?
A: Rond mei 2019. Toen had ik voor het eerst SMS contact met hem.
Naar aanleiding van onderzoek in de telefoon die bij verdachte is aangetroffen heeft verbalisant [verbalisant] op 13 augustus 2020 een softdrugsgebruiker gehoord. In een proces-verbaal van bevindingen van 13 augustus 2020 is hierover onder meer het volgende gerelateerd:
V: Welke drugs gebruik jij allemaal?
A: Wiet.
V: Jouw telefoonnummer komt voor in SMS berichten. Wat kan je hierover vertellen?
A: Ik heb vorige week wat gekocht.
V: Wat heb je toen gekocht?
A: 1 tientje, 1 gram. Ik koop dat altijd dan.
V: Hoe vaak heb je dit gekocht?
A: 3 keer in totaal, eerste keer was 2 maanden geleden en vorige week 2 keer.
V: Kan je die persoon omschrijven?
A: Man, ongeveer 30 jaar oud. Zwart gekleurd, lange dreadlogs. (…)
V: Wat moet je betalen voor de drugs?
A: 10tje voor 1 gram wiet. (…)
V: Wat is het telefoonnummer van hem?
A: [telefoonnummer]
Op 7 oktober 2020 is [getuige 2] als getuige gehoord. [getuige 2] heeft in dit verhoor onder meer het volgende verklaard:
V: Wat voor drugs koop jij ?
A: Gewoon, alleen wiet. (…)
V: Kun jij de persoon omschrijven van wie jij drugs koopt?
A: Hij is donker getint. Dat was het denk ik.
V: Sinds wanneer koop je drugs bij deze dealer?
A: Sinds 2019 denk ik. (…)
V: Herken je de persoon op deze foto(de rechtbank begrijpt: de foto op pagina 185)
?
A: Uh huh.
V: Is dit hem?
A: Volgens mij wel.
Op 6 augustus 2020 is de woning van verdachte doorzocht. Hierover is in een proces-verbaal van bevindingen onder meer het volgende gerelateerd:
Ter plaatse op de [adres 1] te [plaatsnaam 2] . (…) In de woning hebben wij vervolgens een doorzoeking gedaan. Daarbij troffen wij op de onder genoemde locatie de onder genoemde goederen aan:
(…)
- Lege grip zakjes;
- Koker met grote hoeveelheid geld;
- Zak met meerdere pony pack; (…)
- Weegschaal; (…)
- Zak met lege grip zakjes.
In een proces-verbaal houdende een kennisgeving van inbeslagneming is onder meer het volgende gerelateerd:
Omstandigheden: in beslag genomen tijdens huiszoeking. Beslagene: [verdachte] . Object: geld. Totale hoeveelheid: 10.732,70 EUR.
Waarneming rechtbank:
De rechtbank stelt vast dat de persoon op de foto’s op pagina 180 en 185 dezelfde persoon is als de verdachte die op de terechtzitting van 31 mei 2021 aanwezig was.
De hiervoor weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Eenvoudig witwassen
Voor een bewezenverklaring van het onder feit 5 ten laste gelegde dient komen vast te staan dat verdachte een goed voorhanden heeft gehad dat onmiddellijk afkomstig is uit enig eigen misdrijf van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat er geen direct bewijs is voor een criminele herkomst van het ten laste gelegde geldbedrag. Een criminele herkomst kan niettemin worden bewezen indien er een gerechtvaardigd vermoeden is van witwassen. Als dat het geval is, mag van verdachte worden verwacht dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onaannemelijke verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Ontbreekt een dergelijke verklaring, dan kan het eenvoudig witwassen in beginsel worden bewezen verklaard.
Gerechtvaardigd vermoeden van eenvoudig witwassen?
Uit de bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1 t/m 4 volgt dat na de staandehouding van verdachte op 6 augustus 2020 bij hem 23,1 gram hennep, 42 ponypacks met totaal 18,91 gram cocaïne, en een contant geldbedrag van circa € 800,-, voornamelijk in coupures van € 10, € 20 en € 50, is aangetroffen. Voorts had verdachte op 6 augustus 2020 in zijn woning een contant geldbedrag van € 10.732,70-, 10 ponypacks met cocaïne, een weegschaal en (lege) gripzakjes voorhanden. Ook was verdachte in het bezit van een telefoon waarop aan de handel in drugs gerelateerde berichten zijn aangetroffen, en verklaren diverse personen met enige regelmaat ‘wiet’ van hem te hebben gekocht, een aantal vanaf mei 2019. Deze feiten en omstandigheden duiden op langdurige handel in drugs en rechtvaardigen zonder meer het vermoeden dat het tenlastegelegde geldbedrag onmiddellijk afkomstig is uit enig eigen misdrijf van verdachte (namelijk het handelen in drugs).
Verklaring verdachte met betrekking tot het geld
Door verdachte is aangevoerd dat het tenlastegelegde geldbedrag niet uit (eigen) misdrijf afkomstig is, maar dat dit geld afkomstig is van familieleden. Verdachte heeft van hen geld gekregen om zijn woning in te richten, maar wegens corona was hij daar in augustus 2020 nog niet aan toegekomen. Het merendeel van de bij hem aangetroffen contante gelden is volgens verdachte afkomstig van zijn pleegvader.
Overweging rechtbank
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat verdachte een uitkering heeft en daarnaast van zijn pleegvader vanaf februari 2020 tweewekelijks rond de € 150,- ontving om rond te komen. Verder is aannemelijk geworden dat verdachte daarnaast eind mei 2020 € 1000,- aan contant geld heeft ontvangen uit een fonds voor inrichtingskosten van zijn woning.
Verdachte heeft verder aangegeven dat hij ook van andere familieleden geld heeft ontvangen voor de inrichting van zijn woning. De rechtbank acht die verklaring van verdachte onvoldoende concreet. Verdachte heeft niet geconcretiseerd van welke familieleden hij, naast zijn pleegvader, nog meer contante gelden heeft ontvangen. Dit deel van de verklaring is dan ook niet verifieerbaar.
Het bedrag dat verdachte maandelijks van zijn pleegvader ontving was om te voorzien in de kosten van levensonderhoud. Verdachte had schulden, kreeg van zijn bewindvoerder € 40,-- per week om van te leven en zijn pleegvader ondersteunde hem financieel om de schulden niet verder op te laten lopen. De rechtbank gaat er gelet op hetgeen zijn pleegvader hierover heeft verklaard, vanuit dat het maandelijkse geldbedrag van zijn pleegvader door verdachte is opgemaakt.
Wel aannemelijk is geworden dat verdachte eind mei 2020 € 1000,- van een fonds heeft ontvangen (en nog niet had uitgegeven) ten behoeve van de inrichting van zijn woning en dat dit bedrag dus een legale herkomst heeft. Dit betreft echter slechts een beperkt deel van het bij verdachte aangetroffen bedrag.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de verklaring van verdachte voor de herkomst van het overgrote deel van het geld niet concreet en verifieerbaar is, en dat zijn verklaring het vermoeden van witwassen niet heeft weerlegd.
Gelet op het hiervoor overwogene concludeert de rechtbank dat het niet anders kan zijn dan dat het op 6 augustus 2020 bij verdachte aangetroffen geldbedrag, met uitzondering van de hiervoor genoemde € 1000,-, onmiddellijk afkomstig is uit enig eigen misdrijf, namelijk het handelen in drugs. De rechtbank acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte een bedrag van € 10.533,85 (eenvoudig) heeft witgewassen.