Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord en van voorwaardelijke eis in reconventie
2.Het geschil en de beoordeling daarvan
Wat is er gebeurd?
voorwaardelijke reconventiebetaling van € 41.371,00 en van € 100.000,00, vermeerderd met wettelijke rente en met veroordeling van [eiser] in de proceskosten waaronder de nakosten, vermeerderd met wettelijke rente.
“over het bedrag van de lening of het onafgeloste gedeelte ervan (…) zalgeenrente verschuldigd zijn”. [eiser] stelt dat hij dus ten onrechte € 474.722,00 aan rente betaalde aan [gedaagde] .
“De heer [eiser] vertelde mij vanochtend dat u hebt besloten om het depot van 200.000 euro op te heffen. Aan ieder van u zou uit het depot 100.000 toekomen. Nadat ik van ieder van u een akkoord heb ontvangen, wordt het depot conform bovenstaande uitgeboekt. Van de heer [gedaagde] ontvang ik nog graag een bankrekeningnummer.”
“over het bedrag van de lening of het onafgeloste gedeelte ervan (…) zalgeenrente verschuldigd zijn”.
“partijen kunnen echter ten allen tijde in onderling overleg een rentepercentage vaststellen”. Volgens [gedaagde] is een afwijkende afspraak gemaakt toen [eiser] de lening op het afgesproken moment (14 februari 2009) niet aan hem kon terugbetalen. [eiser] stelde toen voor dat hij met terugwerkende kracht vanaf 1 september 2008 een rente zou betalen van 15% per jaar. Daarmee ging [gedaagde] akkoord.
“ [bedrijfsnaam] ”. De berekeningen laten een rente zien van 15% over € 500.000,00 vanaf 1 september 2008. Ze zijn gefaxt op 9 december 2010 (rente berekend tot en met 1 april 2011), op 31 december 2012 (rente berekend tot dat moment) en op 11 september 2014 (rente berekend tot en met 27 mei 2014).