ECLI:NL:RBMNE:2021:2402

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 mei 2021
Publicatiedatum
8 juni 2021
Zaaknummer
20/3728
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bijzondere bijstand en eigen bijdrage rechtsbijstand; beroep gegrond verklaard

Op 12 mei 2020 heeft eiseres bijzondere bijstand aangevraagd voor twee nota's van € 148,- voor de eigen bijdrage rechtsbijstand. De gemeente Utrecht heeft deze aanvraag op 4 juni 2020 afgewezen, met als argument dat eiseres niet duurzaam gescheiden leeft van haar echtgenoot en daarom niet als zelfstandig subject van bijstand kan worden aangemerkt. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in een besluit van 29 september 2020. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.

Tijdens de zitting op 22 april 2021, waar ook andere zaken werden behandeld, is eiseres verschenen met haar gemachtigde. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak (zaak UTR 20/3149) geoordeeld dat de intrekking van het recht op bijstand niet in stand kan blijven, omdat de gemeente onvoldoende heeft gemotiveerd dat er geen sprake is van duurzaam gescheiden leven. Deze overwegingen zijn ook van toepassing op de zaak van eiseres.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het bestreden besluit niet kan standhouden en heeft het beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft het primaire besluit herroepen en bepaald dat eiseres recht heeft op bijzondere bijstand voor de twee nota's van in totaal € 296,-. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de gemeente het door eiseres betaalde griffierecht van € 48,- moet vergoeden en dat de proceskosten, vastgesteld op € 2.136,-, door de gemeente moeten worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman en is openbaar gemaakt op 18 mei 2021.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3728

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 mei 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. F. Boukich),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder

(gemachtigde: W. van Beveren).

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 4 juni 2020 (de primaire besluiten) heeft verweerder de aanvraag van eiseres om bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet (Pw) voor twee nota’s voor de eigen bijdrage rechtsbijstand afgewezen.
Bij besluit van 29 september 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 april 2021, tezamen met de zaken
UTR 20/3574, UTR 20/3149, UTR 20/3975, UTR 20/3591 en UTR 21/324. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten. Eiseres heeft op 12 mei 2020 bijzondere bijstand gevraagd voor twee nota’s van € 148,- voor de eigen bijdrage rechtsbijstand.
2. Verweerder heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat eiseres niet duurzaam gescheiden leeft van haar echtgenoot en dat zij daarom niet als een zelfstandig subject van bijstand kan worden aangemerkt. Eiseres komt daarom niet in aanmerking voor bijzondere bijstand.
3. In de uitspraak van vandaag in de zaak UTR 20/3149 heeft de rechtbank geoordeeld dat de intrekking en terugvordering van het recht op bijstand niet in stand kan blijven omdat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat geen sprake is van duurzaam gescheiden leven. De rechtbank heeft verder geoordeeld dat eiseres haar recht op bijstand behoudt. De rechtbank verwijst naar de overwegingen in de uitspraak UTR 20/3149.
4. Gelet op het voorgaande kan het bestreden besluit in deze zaak evenmin stand houden.
Gelet hierop is het beroep gegrond. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet geen aanleiding om verweerder de gelegenheid te bieden het motiveringsgebrek te herstellen. Daartoe schieten de resultaten van het onderzoek van verweerder te kort. De rechtbank ziet aanleiding om zelf in de zaak te voorzien. De rechtbank herroept het primaire besluit. Dit betekent dat aan eiseres bijzondere bijstand moet worden toegekend voor de twee nota’s van totaal € 296,- (2x € 148,-) voor de eigen bijdrage rechtsbijstand.
5. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht van € 48,- vergoedt.
6. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.136,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor de hoorzitting, 1 punt voor het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 534,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • herroept het primaire besluit en bepaalt dat aan eiseres bijzondere bijstand moet worden toegekend voor de eigen bijdrage voor rechtsbijstand van totaal € 296,- en dat deze uitspraak in de plaats treedt van het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 48,- te vergoeden;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van € 2.136,-;
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.A. Schuman, rechter, in aanwezigheid van
mr. M. van Ettikhoven, griffier. De beslissing is uitgesproken op 18 mei 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
(de rechter is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen)
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.