Op 4 juni 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 mei 2019 in Hilversum betrokken was bij een verkeersruzie. De verdachte heeft geprobeerd om een andere verkeersdeelnemer, aangeduid als slachtoffer, zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door met zijn auto op hem in te rijden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet met de intentie handelde om het slachtoffer zwaar letsel toe te brengen, maar dat er wel sprake was van voorwaardelijk opzet. Dit houdt in dat de verdachte zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat zijn handelen tot zwaar lichamelijk letsel zou kunnen leiden.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, die kan worden omgezet in 30 dagen hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Daarnaast is de verdachte voorwaardelijk de rijbevoegdheid ontzegd voor de duur van vier maanden, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld.
De uitspraak is gedaan na een zitting op 21 mei 2021, waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een geldboete en een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid had geëist, niet volledig overgenomen, maar heeft in plaats daarvan gekozen voor een taakstraf en een voorwaardelijke ontzegging.