ECLI:NL:RBMNE:2021:2346
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsuitkering op basis van vermogen en erfenis
In deze zaak heeft eiseres op 13 februari 2020 een aanvraag voor bijstand ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Verweerder heeft eiseres meerdere keren de gelegenheid gegeven om aanvullende informatie te verstrekken, maar eiseres heeft hier niet op gereageerd. Bij besluit van 20 april 2020 heeft verweerder de aanvraag buiten behandeling gesteld op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Na bezwaar van eiseres heeft verweerder de aanvraag opnieuw beoordeeld en op 19 november 2020 de aanvraag afgewezen, wat heeft geleid tot het beroep van eiseres.
De rechtbank heeft op 18 mei 2021 uitspraak gedaan. Eiseres heeft aangevoerd dat zij over vermogen beschikt dat hoger is dan de vermogensgrens voor een alleenstaande, maar dat dit vermogen niet van haar alleen is. Het betreft een erfenis waarvan nog twee delen aan haar broers moeten worden uitbetaald. Eiseres stelt dat zij het geld op haar rekening houdt om in haar levensonderhoud te voorzien, maar dat zij hierdoor schulden opbouwt. De rechtbank overweegt dat eiseres niet heeft aangetoond dat zij niet over het bedrag van € 65.000,- kan beschikken en dat de vooronderstelling dat zij over dit bedrag kan beschikken, niet is weerlegd.
De rechtbank concludeert dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat het vermogen op haar rekening niet van haar is en dat er geen sprake is van een daadwerkelijke terugbetalingsverplichting aan haar broers. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.