ECLI:NL:RBMNE:2021:2336

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 mei 2021
Publicatiedatum
2 juni 2021
Zaaknummer
UTR 20/2750
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om vergoeding van proceskosten na intrekking beroep tegen WIA-besluit

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van proceskosten door verzoeker, die in beroep was gegaan tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Verweerder had op 16 juni 2020 beslist dat verzoeker geen recht had op een WIA-uitkering. Na een bezwaarschrift van verzoeker heeft verweerder op 17 februari 2021 het bezwaar gegrond verklaard, waardoor verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken. Verzoeker heeft vervolgens verzocht om vergoeding van zijn proceskosten. De rechtbank overweegt dat, wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener tegemoetkomt, de rechtbank kan bepalen dat verweerder de proceskosten moet vergoeden, zoals vastgelegd in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 534,-, en verweerder is veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan verzoeker. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/2750

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 mei 2021 in de zaak tussen

[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker,

(gemachtigde: mr. A. Faber-Speksnijder),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om vergoeding van zijn proceskosten.
Verweerder heeft op 12 april 2021 gereageerd op dit verzoek.

Overwegingen

1. Verweerder heeft op 16 juni 2020 beslist dat verzoeker geen recht heeft op een WIA-uitkering. Verzoeker is hiertegen in beroep gegaan. Op 17 februari 2021 heeft verweerder beslist dat hij aan de bezwaren van verzoeker tegemoet komt en heeft zijn bezwaar alsnog gegrond verklaard. Verweerder heeft daarmee gedaan wat verzoeker wilde. Verzoeker heeft daarna het beroep ingetrokken en een vergoeding gevraagd voor zijn proceskosten.
2. Als het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift (dus aan verzoeker) tegemoet is gekomen, kan de rechtbank bepalen dat verweerder de proceskoten van diegene moet betalen. Dat staat in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) is bepaald welke kosten er dan vergoed moeten worden.
3. Verweerder heeft gereageerd op het verzoek van verzoeker en heeft er geen bezwaar tegen om de proceskosten van verzoeker te betalen.
4. De rechtbank stelt de proceskosten van verzoeker die verweerder moet betalen vast op
€ 534,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van
€ 534,- en een wegingsfactor 1).
5. Verweerder moet ook het griffierecht aan verzoeker betalen (artikel 8:41 Awb).

Beslissing

De rechtbank:
- veroordeelt verweerder tot betaling van € 534,- aan proceskosten. Verweerder moet dit bedrag betalen aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier
.De beslissing is uitgesproken op 19 mei 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.