ECLI:NL:RBMNE:2021:2320

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
10 mei 2021
Publicatiedatum
2 juni 2021
Zaaknummer
UTR 20/4402
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens te late indiening

In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 10 mei 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiseres had beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Baarn, welke uitspraak op bezwaar op 13 november 2019 bekend was gemaakt. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een beroep binnen zes weken na bekendmaking van het besluit te worden ingediend. Dit betekent dat het beroepschrift uiterlijk op 30 december 2019 bij de rechtbank ontvangen had moeten zijn. Echter, de rechtbank ontving het beroepschrift pas op 3 december 2020, wat te laat is. Hierdoor kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen.

De gemachtigde van eiseres voerde aan dat de indiening te laat was omdat hij de uitspraak op bezwaar pas veel later had ontvangen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de gemachtigde eerder een procedure had ingesteld tegen dezelfde uitspraak op bezwaar, en dat deze uitspraak op tijd was ontvangen. Dit impliceert dat eiseres op de hoogte was van de uitspraak en binnen de termijn van zes weken beroep had kunnen instellen. Aangezien eiseres geen andere geldige redenen heeft aangedragen voor de te late indiening, concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft dan ook besloten het beroep niet inhoudelijk te behandelen en heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen.

De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Stijnen en griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/4402

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 mei 2021 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,

(gemachtigde: mr. D.A.N. Bartels MRE),
en

de heffingsambtenaar van de gemeente Baarn, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiseres tegen de uitspraak op bezwaar van verweerder van 13 november 2019.

Overwegingen

1.De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiseres is namelijk te laat met het indienen van beroep, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Een beroep moet worden ingediend binnen zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt (artikelen 6:7 en 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). In artikel 3:41 van de Awb staat hoe dat bekendmaken gebeurt.
3. In dit geval is het besluit bekendgemaakt op 13 november 2019. Het beroepschrift had dus uiterlijk op 30 december 2019 door de rechtbank ontvangen moeten zijn. De rechtbank heeft het beroepschrift ontvangen op 3 december 2020. Dat is dus te laat. De hoofdregel is dan dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het beroepschrift te laat door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiseres niets aan kan doen.
4. Gemachtigde van eiseres zegt dat eiseres te laat was omdat gemachtigde de uitspraak op bezwaar pas veel later heeft ontvangen.
5. De rechtbank heeft bij verweerder de verzendadministratie opgevraagd. Bij brief van
8 januari 2021 heeft verweerder gereageerd op dit verzoek. Verweerder geeft aan dat er eerder een procedure bij de rechtbank is ingesteld door mr. D.A.N. Bartels MRE (Bartels) tegen de bestreden uitspraak op bezwaar.
6. De rechtbank oordeelt als volgt. De uitspraak op bezwaar is gericht aan het adres van Bartels. De rechtbank stelt vast dat Bartels eerder beroep heeft ingesteld tegen de bestreden uitspraak op bezwaar (volgens Bartels destijds namens [A] ), welk beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Het staat dan ook vast dat Bartels de uitspraak op bezwaar op tijd heeft ontvangen. Het is daarom aannemelijk dat eiseres op tijd op de hoogte was en de mogelijkheid had om binnen de termijn van zes weken beroep in te stellen. Eiseres heeft verder geen andere reden gegeven waarom het beroep te laat is ingediend. Er is dan ook geen geldige reden voor het te laat indienen van het beroep.
7. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb). Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van
K.F.K. Hoogbruin, griffier. De beslissing is uitgesproken op 10 mei 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.