ECLI:NL:RBMNE:2021:2281
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening inzake beëindiging maatschappelijke opvang op basis van Wmo 2015
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.C. Weijsenfeld, heeft een verzoek ingediend tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere, vertegenwoordigd door P. Algoe, omdat verweerder dreigde de Wmo-opvang van verzoeker te beëindigen per 1 juni 2021. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoeker rechtmatig in Nederland verblijft op basis van artikel 8 onder e van de Vreemdelingenwet 2000, en dat er een spoedeisend belang is bij het verzoek, aangezien de beëindiging van de opvang op korte termijn zou plaatsvinden.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toegewezen en de besluiten van 3 december 2020, 28 januari 2021, 15 april 2021 en 20 mei 2021 geschorst tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Dit betekent dat de Wmo-opvang van verzoeker voorlopig moet doorgaan. De voorzieningenrechter heeft ook verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, vastgesteld op € 1.068,-. De uitspraak is gedaan in het kader van bestuursrecht en socialezekerheidsrecht, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.