ECLI:NL:RBMNE:2021:2229
Rechtbank Midden-Nederland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en bewijsvoering bij ontvreemding van een mobiele telefoon door een werknemer
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [verzoekster], en haar werkgever, de besloten vennootschap [verweerster] B.V. [verzoekster] was sinds 1989 in dienst bij [verweerster] en werd op 31 december 2020 op staande voet ontslagen. De reden voor het ontslag was het wegnemen van een mobiele telefoon die niet van haar was, wat door de werkgever werd gekwalificeerd als een dringende reden voor ontslag. [verzoekster] verzocht de kantonrechter om het ontslag te vernietigen en haar weer toe te laten op het werk, stellende dat zij de telefoon per ongeluk had meegenomen en dat dit geen grond voor ontslag op staande voet was.
De kantonrechter heeft de procedure besproken op een zitting op 13 april 2021, waar beide partijen hun standpunten hebben toegelicht. De werkgever heeft camerabeelden overgelegd ter ondersteuning van hun standpunt dat [verzoekster] de telefoon opzettelijk had ontvreemd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de camerabeelden niet overeenkomen met de verklaring van [verzoekster], die stelde dat zij de telefoon per ongeluk had meegenomen. De rechter concludeerde dat [verzoekster] doelbewust handelde en dat er voldoende grond was voor het ontslag op staande voet.
De kantonrechter oordeelde dat de gevolgen van het ontslag voor [verzoekster] groot waren, maar dat dit niet betekende dat de werkgever niet mocht ontslaan. De werkgever moet kunnen vertrouwen op de integriteit van zijn medewerkers, vooral in een functie waar met vertrouwelijke post en pakketten wordt gewerkt. De verzoeken van [verzoekster] om een vergoeding werden afgewezen, omdat het dienstverband per direct was geëindigd en er geen recht op loon of vergoedingen bestond.