In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, die een aanvraag had ingediend voor een bedrijfskapitaal van € 10.000,- op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo1), en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten als verweerder. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder, dat het bedrijfskapitaal aan hem was toegekend, omdat hij van mening was dat het krediet aan zijn B.V. toegekend had moeten worden. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser, ondanks dat zijn B.V. ingeschreven staat bij de Kamer van Koophandel, als zelfstandige kan worden aangemerkt en dat hij terecht de aanvraag heeft ingediend. De rechtbank concludeert dat verweerder het bedrijfskrediet terecht aan eiser heeft toegekend, maar dat de B.V. ook aansprakelijk had moeten worden gesteld voor de terugbetaling van het krediet. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij ook de aansprakelijkheid van de B.V. in acht moet worden genomen. Tevens is bepaald dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht vergoedt.