Uitspraak
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
primair),
dan welop 3 september 2017 op dezelfde plaats samen met anderen € 1.658,96 heeft witgewassen (
subsidiair),
dan welin de eerstgenoemde periode op dezelfde plaats anderen heeft geholpen bij het witwassen van dat bedrag (
meer subsidiair);
primair),
dan welop 16 september 2017 op dezelfde plaats samen met anderen € 1.135,87 heeft witgewassen (
subsidiair),
dan welin de eerstgenoemde periode op dezelfde plaats anderen heeft geholpen bij het witwassen van dat bedrag (
meer subsidiair);
primair),
dan welop 17 september 2017 op dezelfde plaats samen met anderen € 1.269,22 heeft witgewassen (
subsidiair),
dan welin de eerstgenoemde periode op dezelfde plaats anderen heeft geholpen bij het witwassen van dat bedrag (
meer subsidiair);
primair),
dan welin die periodeen op die plaats samen met anderen € 1.268,78,- heeft witgewassen (
subsidiair),
dan welin die periode datum en op die plaats anderen heeft geholpen bij het witwassen van dat bedrag (
meer subsidiair);
primair),
dan welop in die periode en op die plaats samen met anderen € 930,- heeft witgewassen (
subsidiair),
dan welin die periode en op die plaats anderen heeft geholpen bij het witwassen van dat bedrag (
meer subsidiair).
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]) moest halen van twee jongens. Vervolgens had hij geld gepind met de pinpas van [medeverdachte 1] . Dat geld had hij aan die jongens gegeven. Hij had gepind bij de Albert Heijn op de Voorstraat en de ING op de Neude in Utrecht. [11]
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN
- feit 1, feit 2, feit 3: telkens: medeplichtigheid aan witwassen;
- feit 4: medeplegen van witwassen.
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
9.BENADEELDE PARTIJEN
10.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
11.BESLISSING
- verklaart het onder feit 1, meer subsidiair, feit 2, meer subsidiair, feit 3, meer subsidiair, en feit 4, subsidiair, ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
taakstraf voor de duur van 100 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 50 dagen;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] € 1.678,76, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 september 2017, aan de Staat te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling van 26 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat, indien en voor zover verdachte of een ander aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op € 2,30;
- wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 1.135,87, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 september 2017;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 2] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] € 1.135,87, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 september 2017, aan de Staat te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling van 21 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat, indien en voor zover verdachte of een ander aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 1.269,22, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 september 2017;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 3] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] € 1.269,22, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 september 2017, aan de Staat te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling van 22 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat, indien en voor zover verdachte of een ander aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- wijst de vordering van [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 1.268,78, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 september 2017;
- veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 4] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald;
- legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 4] € 1.268,78, verhoogd met de wettelijke rente vanaf 25 september 2017, aan de Staat te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door gijzeling van 22 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op;
- bepaalt dat, indien en voor zover verdachte of een ander aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen;
- veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.