Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 mei 2021 in de zaak tussen
[eiser 1] en [eiser 2] , te [vestigingsplaats] , eisers
de burgemeester van de gemeente Utrecht, verweerder
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [derde belanghebbende]
Procesverloop
Overwegingen
De voorgeschiedenis
Het bestreden besluit
Het standpunt van eisers
Het standpunt van verweerder
Het oordeel van de rechtbank
een ander kan geen rechten ontlenen aan deze specifieke afwijking van het OHU 2012” volgt dat het terras moest worden verwijderd wanneer een andere exploitant de zaak zou overnemen, is de rechtbank van oordeel dat dit daar niet in kan worden gelezen. Uit deze zin volgt niet dat een vergunningaanvraag van een volgende exploitant bij voorbaat zou worden geweigerd. Voor zover eisers een beroep doen op het vertrouwensbeginsel, slaagt dit niet. Er is op geen enkele wijze gebleken dat verweerder een ondubbelzinnige toezegging heeft gedaan aan eisers dat er aan een nieuwe exploitant geen terras zou worden vergund.
Beslissing
mr. B.L. Meijer, griffier. De uitspraak is uitgesproken op 20 mei 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.