Overwegingen
Waar gaat deze zaak over?
Eiser heeft via een medische urgentieverklaring een woning verkregen in [plaats] , aan [adres] . Hij heeft deze woning geaccepteerd omdat hij dacht dat het een rustige woning zou zijn. Toen hij er eenmaal woonde bleek hij echter veel last te hebben van geluidsoverlast van de evenementen die regelmatig plaatsvinden op het plein vlakbij zijn huis en van de horecagelegenheden onder zijn woning. Hierdoor verergeren zijn medische klachten. Eiser heeft daarom opnieuw woningurgentie aangevraagd bij verweerder om een nieuwe woning te kunnen vinden.
Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat de (nood)situatie waarin eiser zich bevindt door zijn eigen schuld is ontstaan en was te voorzien. Hierdoor voldoet hij niet aan een van de gestelde voorwaarden om in aanmerking te komen voor een urgentie.Eiser wist namelijk dat hij vanwege zijn medische toestand is aangewezen op een prikkelarme omgeving, omdat er in het kader van eerdere urgentie-aanvragen van hem medische adviezen zijn opgesteld met deze aanbeveling erin. Desondanks heeft eiser ervoor gekozen om de woning te accepteren, waarvan hij bij de bezichtiging kon zien dat die in het centrum van [plaats] ligt, boven horecagelegenheden. Dit is per definitie geen rustige omgeving. Ook heeft hij nagelaten navraag te doen bij woningcorporatie Viveste over de drukte van de omgeving van de woning. Bij de aanbieding van de woning door woningcorporatie Viveste stond bovendien de volgende omschrijving: “
De woning [adres] ligt in het kloppend hart van [plaats] . Hier zijn een aantal grote supermarkten, veel soorten winkels, verscheidene horecagelegenheden, bioscoop, parkeergarages en een bibliotheek te vinden. Het centrum kenmerkt zich door de aanwezigheid van het station, veel waterpartijen en veel hoogbouw. Op donderdag is er markt.”Eiser had hieruit makkelijk kunnen afleiden dat de woning niet in een prikkelarme omgeving ligt.
Wat zijn de standpunten van partijen?
3. Eiser vindt dat verweerder ten onrechte heeft besloten om geen medisch advies in te winnen, omdat de noodsituatie waarin hij verkeert is ontstaan buiten zijn eigen schuld. Hij voert aan dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn persoonlijke en medische omstandigheden, zodat verweerder onzorgvuldig heeft gehandeld. Vanwege zijn omstandigheden was eiser namelijk onvoldoende in staat om te bepalen dat de woning voor hem ongeschikt is. Vóórdat eiser de huidige woning aanvaardde heeft hij aan Viveste een verhuurdersverklaring van Mitros overgelegd waarin een prikkelarme omgeving werd geadviseerd. Medewerkers van Viveste hebben eiser er niet op geattendeerd dat de woning aan [adres] voor hem niet geschikt zou zijn. Eiser wijst er op dat hij in november 2019 onder druk stond om een woning te zoeken en te accepteren omdat zijn urgentie per 20 februari 2020 zou verlopen. In dit kader heeft eiser op de zitting verwezen naar het indicatieadvies van arts [A] van de instantie A-REA van 13 augustus 2019 en het advies van arts [B] voor de instantie Ausems Kerkvliet van 20 juni 2017. Beide adviezen zijn opgesteld voor eerdere urgentie-aanvragen van eiser bij de gemeente Nieuwegein. In het advies van [A] wordt geadviseerd dat eiser hulp nodig heeft bij het vinden van een passende woning en dat nader onderzoek nodig is om te bepalen welke hulp hij nodig heeft. Hij kreeg weliswaar hulp van de afdeling Geynwijs van de gemeente Nieuwegein, maar dit is onvoldoende assistentie voor eiser om de juiste woningkeuze te maken. Verweerder had naar aanleiding van deze adviezen moeten onderzoeken welke zorg eiser nodig heeft bij het zoeken van een passende woning.
4. Verweerder heeft op de zitting gesteld dat hij de adviezen niet heeft hoeven meewegen, omdat ze zijn opgesteld voor een ander bestuursorgaan, namelijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein. Bovendien leidt verweerder uit de medische adviezen niet af dat eiser niet kon overzien welke woningen voor hem geschikt zijn. Verder had eiser zelf het initiatief moeten nemen om meer hulp te vragen aan Geynwijs. Doordat eiser zelf te weinig heeft gedaan om te onderzoeken of de woning geschikt was, heeft hij bewust het risico genomen dat dat niet zo was.
Is het besluit van verweerder zorgvuldig tot stand gekomen?
5. De rechtbank is van oordeel dat het in het algemeen zo is dat van iemand die vanwege zijn medische toestand is aangewezen op een prikkelarme omgeving mag worden verwacht dat hij niet een woning accepteert in een drukke omgeving. Verweerder mag in beginsel als uitgangspunt hanteren dat wanneer vervolgens een (nood)situatie ontstaat die het gevolg is van drukte rondom de woning, dit een voorzienbaar gevolg is van het accepteren van die (ongeschikte) woning. Verweerder mag in een dergelijk geval in beginsel concluderen dat die noodsituatie niet is ontstaan buiten eigen schuld, zoals bedoeld in artikel 2.5.1, tweede lid, aanhef en onder d, van de Verordening. In dit geval ligt de situatie naar het oordeel van de rechtbank echter anders.
6. In de eerste plaats overweegt de rechtbank dat verweerder geen expliciet oordeel heeft gegeven over de vraag of sprake is van een bijzondere persoonlijke noodsituatie. De rechtbank begrijpt dat verweerder (impliciet) van mening is dat dit wel het geval is, omdat hij heeft geconcludeerd dat die noodsituatie niet is ontstaan buiten eigen schuld en door eiser te voorzien was. Voor verweerders conclusie dat de ontstane noodsituatie aan eiser te wijten is dient verweerder alle feiten en omstandigheden van het geval vast te stellen. Verweerder heeft er voor gekozen om géén medisch advies in te winnen. De rechtbank volgt eisers standpunt dat verweerder daardoor onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn persoonlijke en medische omstandigheden. De adviezen waarnaar eiser heeft verwezen zijn, zoals verweerder met juistheid opmerkt, niet opgesteld ten behoeve van verweerder. Zij hebben echter wel betrekking op eiser en zijn zoektocht naar een geschikte woning en eiser heeft ze mede ten grondslag gelegd aan zijn aanvraag. Verweerder kon deze adviezen daarom niet zonder meer terzijde schuiven. [A] adviseert in zijn advies van 13 augustus 2019 het volgende:
“[…]Antwoord op de gestelde vraag:Er is wel sprake van een medisch onhoudbare situatie.Advies aan de Gemeente Nieuwegein:- client heeft mijns inziens hulp nodig bij het vinden van een passende woning- daarom adviseer ik dat nader onderzoek plaatsvindt welke hulp client nodig heeft om een passende woning te vinden, en of client wellicht nog aangewezen is op extra hulp hierbij.[…]”
7. Het is tussen partijen niet in geschil dat sinds het uitbrengen van het advies van 13 augustus 2019 geen nader onderzoek heeft plaatsgevonden zoals bedoeld in het advies van [A] .
8. De rechtbank kan uit het advies van [A] niet zonder meer afleiden of het advies dat moet worden onderzocht welke (extra) hulp eiser nodig heeft bij het zoeken van een passende woning ook betekende dat hij wel of geen ‘schuld’ heeft aan het aanvaarden van een ongeschikte woning. Er zijn naar het oordeel van de rechtbank echter wel aanknopingspunten aanwezig om aan te nemen dat eiser niet goed in staat is om de gevolgen van zijn keuze voor een woning te overzien. Zo is elders in het advies beschreven dat er sterke aanwijzingen zijn voor beperkingen op het vlak van persoonlijk en sociaal functioneren waarbij [A] niet kan uitsluiten dat deze beperkingen mogelijk een klacht-onderhoudende component vormen ten aanzien van de ervaren klachten die eiser koppelt aan zijn (toenmalige) woning. Daarnaast blijkt uit het advies dat de rapporteur uit een eerdere rapportage van 29 mei 2017 afleidt dat toen al is overwogen om nader onderzoek te doen en ook dat eiser in het verleden meermalen urgentieaanvragen heeft gedaan. Verweerder kon op basis van het dossier niet concluderen dat eisers beperkingen geen factor waren bij zijn acceptatie van de huidige woning. Door dit wel te doen heeft verweerder in wezen een medisch oordeel gegeven, waartoe hij niet bekwaam is. Dit geldt ook voor verweerders stelling ter zitting dat een andere oplossing moet worden gezocht in de vorm van hulp in de medische sfeer, en de opmerking dat telkens verhuizen niet de oplossing is voor de problemen. Zonder nader onderzoek heeft verweerder daarom niet kunnen concluderen dat de ontstane noodsituatie aan eiser te wijten is. De conclusie dat sprake is van een noodsituatie die niet buiten schuld is ontstaan, is derhalve onjuist. Dit betekent dat verweerder de overige aspecten van eisers aanvraag diende te beoordelen en hiertoe een medisch advies had moeten inwinnen. De rechtbank merkt hierbij nog in algemene zin op dat ook indien sprake is van eigen schuld bij het ontstaan van een noodsituatie, zeer bijzondere omstandigheden aanwezig kunnen zijn op grond waarvan verweerder bevoegd is te besluiten om een urgentie te verlenen.
De beroepsgrond slaagt.
Conclusie
9. Het voorgaande betekent dat het beroep gegrond is, omdat de rechtbank van oordeel is dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid. De rechtbank komt daarom niet toe aan bespreking van de andere beroepsgronden van eiser. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit wegens strijd met artikel 2.5.2, eerste lid van de Verordening en artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank ziet geen aanleiding zelf in de zaak te voorzien omdat nader onderzoek aangewezen is. De rechtbank ziet evenmin aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen, omdat dat naar het zich laat aanzien geen doelmatige en efficiënte afdoeningswijze zou inhouden. Verweerder moet daarom een nieuw besluit nemen en daarbij rekening houden met deze uitspraak. Dit betekent dat verweerder medisch advies zal moeten inwinnen. Het staat verweerder vrij hierbij een of meer specifieke vragen te stellen bijvoorbeeld met betrekking tot de vraag of sprake is van een probleem dat niet door verhuizing kan worden opgelost, zoals verweerder meent. Het komt de rechtbank voor dat verweerder zich, indien uit het medisch advies naar voren komt dat sprake is van een indicatie op medische gronden,laat adviseren over de noodzakelijke zorg die nodig is om eiser naar een voor hem geschikte woning te begeleiden. De rechtbank stelt hiervoor, rekening houdend met de extra tijd die nodig is voor het uitbrengen van een advies, een termijn van acht weken.
10. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, moet verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoeden.
11. Omdat het beroep gegrond is, krijgt eiser een vergoeding voor de proceskosten die hij heeft gemaakt. Verweerder moet die vergoeding betalen. De vergoeding wordt met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. De bijstand door een gemachtigde levert 2 punten op (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting). Die punten hebben een waarde van € 534,- bij een wegingsfactor 1. Toegekend wordt daarom € 1.068,-. Omdat aan eiser een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de gemachtigde.
Wat betekent de uitspraak voor partijen?
12. Eiser wil een medische urgentie voor de toewijzing van een sociale huurwoning. Verweerder heeft de aanvraag afwezen. De rechtbank is het met eiser eens dat verweerder medisch advies had moeten inwinnen. De rechtbank komt niet tot de conclusie dat eiser alsnog een urgentieverklaring dient te krijgen, maar dat nader onderzoek moet worden gedaan naar zijn medische situatie. Met de uitkomst van dit onderzoek zal verweerder vervolgens een nieuwe beslissing op bezwaar nemen.