4.3Het oordeel van de rechtbank
Aangeefster [aangeefster] heeft onder meer het volgende verklaard:
Op woensdagavond 19 april [
de rechtbank begrijpt: 2017] werden we gemaild door de moeder van dit meisje, dat zij een 2de Instagramaccount had ontdekt. […] Er is toen op haar kamer gekeken en daar vonden ze de telefoon en ook meer contrabanden waar het meisje zich mee kon verwonden. In de telefoon is toen gezien dat er contacten waren tussen het meisje en de uitzendkracht. Het meisje heet [slachtoffer] en de uitzendkracht heet [verdachte] .
V: Tegen wie doe je aangifte?
A; Tegen [verdachte] .
V: Wie is hij?
A: Hij is een uitzendkracht die bij ons werkzaam was namens [uitzendbedrijf] . Het is een uitzendbedrijf voor groepsleiders. […] Hij heeft veel diensten bij ons gedraaid vanaf januari [
de rechtbank begrijpt: 2017].
[…]
V: Wat is de reden dat zij op de [locatie] zit?
A: [slachtoffer] was binnen een GGZ afdeling geplaatst. Er werd daar wel gezien dat ze heftige gedragsproblemen had. Ze heeft ook een suïcide poging gedaan en automutileert. Het was meer dan alleen een depressie. Binnen die GGZ afdeling konden ze haar niet de zorg geven die ze nodig had.
Getuige [getuige 2] heeft onder meer het volgende verklaard:
Op 9 oktober 2016 werd [slachtoffer] met een rechterlijke machtiging opgenomen bij [instelling] in [woonplaats] , De [locatie] .
In het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant 1] staat onder meer het volgende:
Op woensdag 10 mei 2017, omstreeks 10:30 uur, werd in de kindvriendelijke verhoorstudio te Hilversum verhoord de getuige: [slachtoffer] , geboortedatum: [2000] .
V: Waar kom je me over vertellen [slachtoffer] ?
A: Kom praten over wat er is gebeurd met [verdachte] . Gewoon dingen.
[…]
V: Wat is er dan gebeurd dat je het later wel erg vond?
A: Daarna ging hij ook andere dingen doen.
V: Wat voor dingen dan?
A: Kussen en...
[…]
V: Waar gaf hij jou die kussen?
A: Op mijn mond.
V: Was je mond open, dicht, beetje open of anders?
A: Ik probeerde mijn mond altijd dicht te houden, en zijn hoofd weg duwen.
[…]
V: Lukte dat?
A: Schudt hoofd.
Verdachte heeft onder meer het volgende verklaard:
V: Wat was je functie bij genoemde instelling?
A: Pedagogisch medewerker.
[…]
V: Wat is er tussen jou en [slachtoffer] op seksueel gebied gebeurd?
A: Zij heeft mij een kus gegeven.
V: Wat voor kus?
A: Gewoon op mijn mond. […]
In het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] staat onder meer het volgende:
In het onderzoek 09Slot is de telefoon, welke [slachtoffer] had ontvangen van de verdachte
[verdachte] en werd aangetroffen op haar kamer, in beslag genomen. […] In de telefoon zijn Whatssapp gesprekken aangetroffen tussen [slachtoffer] en de verdachte [verdachte] . In de gesprekken wordt met het nummer [telefoonnummer] gebruik gemaakt van de naam [naam] . Dit is het nummer van de aangetroffen telefoon van [slachtoffer] welke zij van verdachte zou hebben ontvangen. Zij appt met het nummer [telefoonnummer] , welke als naam heeft [naam] en welk
nummer toebehoort aan de verdachte [verdachte] .
27-3-2017 23:04:10 (UTC +2)
[telefoonnummer] @s.whatsapp.net [naam] Wat kan je doen tegen chloorsmaak in je bek?
[…]
27-3-2017 23:05:08 (UTC +2)
[telefoonnummer] @swhatsapp.net [naam] Straks kunnen we niet meer zoenen
Bewijsoverwegingen
Op grond van bovenvermelde bewijsmiddelen staat vast dat verdachte in de periode van 1 januari 2017 tot en met 20 april 2017 te [woonplaats] , ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer] , door haar op de mond te kussen en te tongzoenen. Verdachte werkte vanaf januari 2017 als groepsleider en pedagogisch medewerker op de [locatie] , de gesloten jeugdinstelling waar [slachtoffer] verbleef. Gelet op die functie en de kwetsbaarheid en problematiek van het slachtoffer, was sprake van een mate van afhankelijkheid van [slachtoffer] ten opzichte van verdachte en kon hij daaraan een zeker overwicht tegenover haar ontlenen. Dat verdachte op basis van een uitzendcontract werkzaam was bij de [locatie] , doet hieraan niets af. De rechtbank is derhalve met de officier van justitie van oordeel dat [slachtoffer] was toevertrouwd aan de zorg en waakzaamheid van verdachte.
Verder is uit de bovengenoemde bewijsmiddelen gebleken dat verdachte en [slachtoffer] elkaar op de mond hebben gekust. Verdachte heeft dit zelf immers verklaard, en ook [slachtoffer] spreekt over zoenen op de mond. Gelet op de intentie van verdachte en [slachtoffer] , diens onderlinge verhouding en de context waarbinnen het kussen plaatsvond, is de rechtbank van oordeel dat het zoenen op de mond van [slachtoffer] door verdachte, een ontuchtige handeling is.
Uit de verklaring van [slachtoffer] en de aangetroffen Whatsappberichten blijkt tevens dat verdachte [slachtoffer] heeft getongzoend. [slachtoffer] heeft namelijk verklaard dat het niet lukte haar mond dicht te houden en verdachtes hoofd weg te duwen, en verdachte appte naar [slachtoffer] ‘straks kunnen we niet meer zoenen’, nadat zij hem appte over een chloorsmaak in haar mond.
Partiële vrijspraak
De rechtbank is met de raadsman van oordeel dat het ontbreekt aan voldoende concrete, objectiveerbare bewijsmiddelen ten aanzien van het door verdachte betasten van [slachtoffer] en het brengen van zijn penis in de vagina van [slachtoffer] . Er bevinden zich in het dossier weliswaar sterke aanwijzingen dat verdachte deze handelingen heeft verricht, maar dat is onvoldoende om tot een bewezenverklaring daarvan te komen. Van belang hierbij is allereerst dat [slachtoffer] zelf tijdens haar verhoor bij de politie niet concreet heeft benoemd dat zij door verdachte is betast en dat hij met zijn penis in haar vagina is geweest. Ten aanzien van haar verklaringen hieromtrent, afgelegd tegenover getuigen [aangeefster] en [getuige 1] , kan de betrouwbaarheid onvoldoende worden vastgesteld. Van belang hierbij is dat er onvoldoende inzicht is in de wijze waarop deze gesprekken met [slachtoffer] zijn gevoerd en in welke bewoordingen [slachtoffer] hierover heeft verklaard. Uit de verklaring van [getuige 1] komt naar voren dat [slachtoffer] zelf weinig heeft gezegd en dat er met name gesloten vragen aan [slachtoffer] zijn gesteld, waarop zij ontkennend dan wel bevestigend heeft geantwoord. Dit kan afbreuk doen aan de betrouwbaarheid van haar antwoorden. Objectieve bewijsmiddelen die de de-auditu-verklaringen in voldoende mate ondersteunen, ontbreken in het dossier. In haar dagboek maakt [slachtoffer] geen melding van seksuele contacten en de berichten tussen verdachte en [slachtoffer] zijn ook onvoldoende concreet. Dat verdachte in de berichten aan [slachtoffer] spreekt over een vrijpartij, acht de rechtbank niet afdoende. Op basis van dit bericht van verdachte en de reactie daarop van [slachtoffer] kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat deze vrijpartij daadwerkelijk heeft plaatsgehad en welke concrete handelingen daarbij zouden zijn verricht. Nu voldoende wettig en overtuigend bewijs ontbreekt, spreekt de rechtbank verdachte partieel vrij van voornoemde handelingen.