ECLI:NL:RBMNE:2021:2090

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 mei 2021
Publicatiedatum
19 mei 2021
Zaaknummer
UTR 20/4566
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht

In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 12 mei 2021, wordt het beroep van eiser tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht behandeld. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit dat op 5 november 2020 was genomen. De rechtbank heeft echter besloten om het beroep niet inhoudelijk te behandelen, omdat eiser het verschuldigde griffierecht van € 48,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft eiser op 31 december 2020 en opnieuw op 29 januari 2021 herinneringen gestuurd om het griffierecht te voldoen, maar eiser heeft hierop niet gereageerd en geen geldige reden gegeven voor de niet-betaling.

De rechtbank wijst erop dat volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het betalen van griffierecht een voorwaarde is voor de ontvankelijkheid van het beroep. Aangezien eiser niet binnen de gestelde termijn heeft betaald, is de rechtbank genoodzaakt om het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren, zoals ook vermeld in artikel 8:54 Awb. Bovendien heeft eiser niet aangegeven waarom hij het niet eens is met het besluit, ondanks een verzoek van de rechtbank om dit te verduidelijken.

De rechtbank concludeert dat er geen aanleiding is om het beroep inhoudelijk te behandelen en dat er geen proceskostenvergoeding zal worden toegekend. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/4566

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 mei 2021 in de zaak tussen

[eiser] , te [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. J.H.F. de Jong),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van
5 november 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Eiser heeft namelijk het griffierecht niet betaald, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit geval is het griffierecht € 48,-.
3. Als het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom het griffierecht niet door de rechtbank is ontvangen. Het gaat dan om omstandigheden waar eiser niets aan kan doen.
4. De rechtbank heeft eiser op 31 december 2020 een brief gestuurd waarin staat dat hij binnen vier weken het griffierecht moet betalen aan de rechtbank. Omdat eiser niet binnen deze termijn heeft betaald, heeft de rechtbank op 29 januari 2021 eiser per aangetekende brief een herinnering gestuurd, waarin staat dat eiser het griffierecht binnen vier weken moet betalen aan de rechtbank.
5. De rechtbank heeft het bedrag niet ontvangen. Eiser heeft daar geen geldige reden voor gegeven. Dat betekent dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is (artikel 8:54 Awb).
6. De rechtbank stelt vast dat eiser ook niet heeft aangegeven waarom hij het niet eens is met het besluit, terwijl de rechtbank hier wel om heeft gevraagd bij aangetekende brief van 17 februari 2021. Ook om die reden is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld.
8. Van een vergoeding van de proceskosten is geen sprake.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, in aanwezigheid van H. Achrak, griffier. De beslissing is gedaan op 12 mei 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.
Deze uitspraak heeft geen gevolgen zolang er nog verzet kan worden ingediend, of zolang er nog niet op het verzet is beslist.