[eiser] vordert (samengevat) in dit kort geding bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de veroordeling van [gedaagde] om
I. (a) [eiser] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis in de gelegenheid te stellen zijn werkzaamheden met alle taken en bevoegdheden te hervatten;
(b) [eiser] toegang te geven tot alle systemen, data, lopende deals en nieuwe deals;
(c) [eiser] in te zetten vanuit het pursuit team, behorende/deel uitmakende van de functie van Senior Business Partner binnen het Global deal closing team van [gedaagde] ;
(d) [eiser] als voorheen primair in te zetten op alle regio’s wereldwijd en subsidiair in te zetten voor de regio EMEA,
een en ander op straffe van een onmiddellijk opvorderbare dwangsom van
€ 5.000,00 per (gedeelte van een) dag;
II. aan [eiser] maandelijks te voldoen het basissalaris van € 11.729,56 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantiegeld en de aanspraken van [eiser] op commissiebetalingen ten titel van bonus binnen het kader van de arbeidsovereenkomst en het vigerende bonusplan, bij te late betaling van de diverse bedragen vermeerderd met 50% wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW en de wettelijke rente gerekend vanaf de respectievelijke vervaldagen;
III. de 'big bonus' aanspraak van [eiser] over de door [eiser] eind december 2020 met betrekking tot de [naam 2] deal gerealiseerde omzet, uiterlijk op 1 juli 2021 op een bedrag van € 78.179,22 vast te stellen, en deze tezamen met de salarisbetaling over juli 2021 te verlonen en aan [eiser] te voldoen, zoals met [eiser] is overeengekomen in het kader van de arbeidsovereenkomst en het bonusplan over 2020;
een en ander op straffe van een onmiddellijk opvorderbare dwangsom van € 5.000,00 per (gedeelte van een) dag;
IV. te veroordelen in de (na)kosten van deze procedure.