In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 18 mei 2021, gaat het om een kort geding dat is aangespannen door de gezamenlijke erfgenamen van wijlen [A] tegen [gedaagde]. De erfgenamen vorderen ontruiming van de woning die door [A] werd gehuurd, na zijn overlijden. De procedure is gestart na het overlijden van [A], waarbij de erfgenamen de huurovereenkomst hebben opgezegd en de gedaagde partij, die een kamer in de woning huurde, niet bereid was om te vertrekken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst rechtsgeldig was opgezegd en dat de gedaagde geen recht meer had om in de woning te verblijven. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de woning per 31 mei 2021 te ontruimen en de erfgenamen toegang te verlenen tot de woning voor de afwikkeling van de nalatenschap. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.