ECLI:NL:RBMNE:2021:2058

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
16 april 2021
Publicatiedatum
17 mei 2021
Zaaknummer
C/16/515947 / JE RK 21-98
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor kwetsbare minderjarige met ernstige gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 april 2021 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de minderjarige [voornaam van minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2008. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen geschikte plek is voor [voornaam van minderjarige] in de reguliere jeugdhulp, ondanks de inspanningen van de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden Nederland (GI) en de ouders. De minderjarige is sinds 5 januari 2021 met spoed opgenomen in een gesloten jeugdhulpinstelling, maar de huidige plek blijkt niet geschikt te zijn voor haar. De ouders hebben ingestemd met het verzoek van de GI om de machtiging te verlengen voor een periode van zes maanden, omdat de situatie van [voornaam van minderjarige] ernstig is en zij een gevaar voor zichzelf en anderen vormt door haar gedrag.

De kinderrechter heeft in haar beoordeling benadrukt dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is vanwege de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [voornaam van minderjarige]. Er is sprake van een verstoorde emotie- en agressieregulatie, en de minderjarige heeft intensieve begeleiding nodig. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat er geen andere geschikte plekken beschikbaar zijn, ondanks de samenwerking met verschillende jeugdzorgorganisaties. De ouders en de GI zijn op zoek naar een maatwerkoplossing, maar tot nu toe zonder succes.

De kinderrechter heeft de betrokken instellingen en de gemeente opgeroepen om in de komende periode alles in het werk te stellen om een betere plek voor [voornaam van minderjarige] te vinden. De machtiging is verleend met ingang van 2 mei 2021 tot uiterlijk 2 november 2021. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Familierecht
Zittingsplaats: Utrecht
Zaakgegevens : C/16/515947 / JE RK 21-98
datum uitspraak: 16 april 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp in het vrijwillig kader

in de zaak van
de gecertificeerde instelling SAMEN VEILIG MIDDEN NEDERLAND, hierna te noemen de GI,
gevestigd te [vestigingsplaats]
betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2008 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [voornaam van minderjarige] .

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[belanghebbende 1] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats] ,

[belanghebbende 2] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen de GI van 11 maart 2021, ingekomen bij de griffie op 12 maart 2021, met als bijlage onder meer:
 De e-mail van het [instelling 1] d.d. 11 maart 2021 met daarin een verklaring dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 13 april 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 16 april 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- mr. E.M. Zeeuw van der Laan namens [voornaam van minderjarige] ,
- de vader,
- mevrouw [A] als vertegenwoordigster van de GI.
De moeder is wel opgeroepen maar niet verschenen.
[voornaam van minderjarige] is met instemming van de ouders en de advocaat van [voornaam van minderjarige] en de hulpverlening niet opgeroepen en gehoord, omdat dit schadelijk zou zijn voor haar (mentale) gezondheid. Ook de advocaat van [voornaam van minderjarige] heeft deze keer niet persoonlijk met [voornaam van minderjarige] gesproken, om dezelfde reden. De onafhankelijke gedragsdeskundige heeft [voornaam van minderjarige] op 13 april 2021 gesproken.

Waar gaat het over?

[voornaam van minderjarige] is per 5 januari 2021 met spoed opgenomen in een instelling voor gesloten jeugdhulp ( [instelling 2] de [naam locatie] ). In de beschikking van 29 januari 2021 heeft de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlengd voor de duur van drie maanden en de beslissing over de resterende drie maanden aangehouden. De reden daarvoor was dat de [naam locatie] eigenlijk niet de goede plek is voor [voornaam van minderjarige] , maar dat een gesloten plaatsing wel noodzakelijk is.
De GI heeft een nieuwe machtiging verzocht om [voornaam van minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden. De kinderrechter begrijpt dit als een wijziging van het aangehouden deel van het op 15 januari 2021 door de GI ingediende verzoek.
De ouders stemmen in met het verzoek en het verblijf in een gesloten accommodatie.
Nu de ouders instemmen en er geen ondertoezichtstelling is, stelt de kinderrechter vast dat het verzoek hier, gelet op het bepaalde in artikel 6.1.8 van de Jeugdwet, beschouwd moet worden als een verzoek dat de GI namens het college van burgemeester en wethouders heeft gedaan. In dit verband merkt de kinderrechter op dat zij, voor de voortzetting van de plaatsing van [voornaam van minderjarige] , de e-mail van 11 maart 2021 vanuit het jeugdteam van de gemeente, eveneens beschouwd als een bevestiging van de bepaling jeugdzorg als bedoeld in artikel 6.1.2, lid 5, van de Jeugdwet.
Nu de ouders instemmen en er geen ondertoezichtstelling is, stelt de kinderrechter vast dat het verzoek hier, gelet op het bepaalde in artikel 6.1.8 van de Jeugdwet, beschouwd moet worden als een verzoek dat de GI namens het college van burgemeester en wethouders heeft gedaan. In dit verband merkt de kinderrechter op dat zij, voor de voortzetting van de plaatsing van [voornaam van minderjarige] , de e-mail van 11 maart 2021 vanuit het jeugdteam van de gemeente, eveneens beschouwt als een bevestiging van de bepaling jeugdzorg als bedoeld in artikel 6.1.2, lid 5, van de Jeugdwet.

De beoordeling

De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp voor [voornaam van minderjarige] verlengen voor de duur van zes maanden.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De kinderrechter is van oordeel dat het voor [voornaam van minderjarige] nog steeds noodzakelijk is dat zij verblijft in een accommodatie gesloten jeugdhulp in de zin van artikel 6.1.2, tweede lid van de Jeugdwet, omdat er geen andere geschikte plek is waar [voornaam van minderjarige] kan verblijven. Ook de onafhankelijke gedragswetenschapper die [voornaam van minderjarige] al twee keer eerder heeft onderzocht, heeft een instemmende verklaring verstrekt. [voornaam van minderjarige] is een meisje van ruim twaalf jaar dat eerder (tussen april 2020 en januari 2021) vrijwillig heeft verbleven op de afdeling kinderpsychiatrie van het [naam ziekenhuis] . Daar is duidelijk geworden, en ook bevestigd door de onafhankelijk gedragsdeskundige, dat bij [voornaam van minderjarige] geen sprake is van een psychiatrisch beeld maar van gedrag dat voortkomt uit langdurige overvraging, waarbij onderliggend sprake is van een taalontwikkelingsstoornis en mogelijk een autismespectrumstoornis. Een ernstig verstoorde agressie- en emotieregulatie staat op de voorgrond. In het contact is sprake van miscommunicatie en tekorten in het begrijpen van non-verbale signalen. [voornaam van minderjarige] is een angstig en sociaal kwetsbaar meisje dat wegloopgedrag en escalerend agressief gedrag laat zien. Ze heeft, als een veel jonger kind, toezicht en structuur nodig omdat ze anders gevaar loopt door haar roekeloos gedrag. De gedragsdeskundige heeft toen ingestemd met het onderbrengen van [voornaam van minderjarige] op een plek in de gesloten jeugdhulp. De kinderrechter heeft dat verzoek toegewezen omdat er eenvoudigweg geen andere veilige plek voor [voornaam van minderjarige] was.
[voornaam van minderjarige] verblijft nu nog steeds bij [instelling 2] de [naam locatie] . Iedereen is het erover eens dat de gesloten jeugdhulp voor een twaalfjarig zeer kwetsbaar meisje met dergelijke problematiek niet de juiste plek voor haar is. Er wordt met een één op één-begeleiding tijdens de tijd tussen ontwaken en slapen en met dagelijkse medewerking van de ouders geprobeerd de benodigde structuur en veiligheid te bieden. De ouders vinden dit ook niet een goede plek, maar stemmen noodgedwongen in en helpen zo veel mogelijk mee.
De situatie is verder eigenlijk niet veranderd ten opzichte van de machtiging gesloten jeugdhulp die de kinderrechter heeft verleend op 5 januari 2021. Het is de GI en de ouders nog steeds niet gelukt om een geschikte plek voor [voornaam van minderjarige] te vinden. In de zoektocht naar een geschikte plek voor [voornaam van minderjarige] lopen zij er tegen aan dat geen van de instellingen waar een beroep op gedaan wordt, een passend hulpaanbod heeft voor de problematiek en leeftijd van [voornaam van minderjarige] . Bij deze zoektocht is de samenwerking gezocht met de regionale omdenk- en experttafel Lekstroom (‘ROEL-tafel geheten) en het [.] , een samenwerkingsverband tussen drie regionale specialistische jeugdzorgorganisaties: Youké, [instelling 2] en ’s Heeren Loo. Dit heeft tot nu toe echter nog niet tot een oplossing geleid.
De ouders en de GI zijn nu noodgedwongen op zoek naar een maatwerkoplossing, in de vorm van een plek waar [voornaam van minderjarige] samen met de moeder kan verblijven, en waar gespecialiseerde hulpverlening naar haar toe komt. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan een eigen verblijf bij een zorgboerderij. Voor een dergelijke maatwerk oplossing bestaan echter weer allerlei drempels op het gebied van bestuurlijke regelgeving en financiële ondersteuning. Het is daardoor nog onduidelijk of een dergelijke maatwerk oplossing voor [voornaam van minderjarige] gecreëerd kan worden, en zo ja, op welke termijn. In de tussenliggende periode lijkt er geen andere oplossing dan [voornaam van minderjarige] te laten verblijven op een plek in de gesloten jeugdhulp.
De kinderrechter vindt de situatie van [voornaam van minderjarige] zeer schrijnend. Zij kan absoluut niet naar huis of naar een open instelling omdat zij nog steeds regelmatig probeert weg te lopen en zonder toezicht een gevaar vormt voor zichzelf en voor anderen, als gevolg van haar ernstig verstoorde emotie- en agressieregulatie. Bij [instelling 2] de [naam locatie] , waar zij nu verblijft, kan zij echter niet tot rust komen doordat zij continue overprikkeld wordt door de omgeving. Daardoor kan zij niet gediagnosticeerd en behandeld worden. Dat betekent dat er sprake is van stilstand in plaats van vooruitgang, terwijl [voornaam van minderjarige] het nodig heeft dat haar situatie snel verbetert. Het is in feite dan ook schadelijk voor [voornaam van minderjarige] dat zij nu bij de [naam locatie] verblijft. Dat maakt de beslissing lastig, omdat de kinderrechter beslissingen moet nemen die in het belang van het kind zijn.
De kinderrechter moet echter constateren dat het ook niet in het belang van [voornaam van minderjarige] is als zij per 2 mei 2021 bij [instelling 2] de [naam locatie] weg moet terwijl er nog geen maatwerk oplossing is gevonden. Dat zij niet naar huis kan, is voor alle partijen duidelijk. Een passende accommodatie in de jeugdhulp of daar buiten, waarbij een zeer jong en kwetsbaar meisje als [voornaam van minderjarige] behandeld kan worden, ontbreekt.
De kinderrechter kan op dit moment niet anders dan de machtiging gesloten jeugdhulp daarom verlenen, en wel voor de verzochte periode van zes maanden. Zij roept de betrokken instellingen en de gemeente op om in die periode alles op alles te zetten om een betere plek voor [voornaam van minderjarige] mogelijk te maken en daarvoor ook over de grenzen van de eigen verantwoordelijkheid heen te kijken.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 2 mei 2021 tot uiterlijk
2 november 2021 betreffende de minderjarige [voornaam van minderjarige] .
Deze beschikking is gegeven door mr. V.M.M. van Amstel, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Richtersz als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Arnhem-Leeuwarden.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 17 mei 2021.