ECLI:NL:RBMNE:2021:2029

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
11 mei 2021
Publicatiedatum
14 mei 2021
Zaaknummer
UTR 20/3280
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbreken van beroepsgronden

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 11 mei 2021, hebben eisers op 11 september 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van een onbekende verweerder. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit in deze specifieke zaak niet noodzakelijk werd geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen, waardoor een inhoudelijke behandeling van de zaak niet mogelijk was. Volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een appellant duidelijk te maken waarom hij het niet eens is met het besluit en dit te onderbouwen met beroepsgronden. Het niet voldoen aan deze eis leidt tot niet-ontvankelijkheid van het beroep, tenzij er geldige redenen zijn voor het ontbreken van beroepsgronden.

De rechtbank heeft op 12 januari 2021 een aangetekende brief naar eisers gestuurd, waarin hen werd verzocht binnen vier weken hun beroepsgronden aan te geven. Aangezien eisers niet op deze brief hebben gereageerd, heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep niet inhoudelijk kan worden behandeld. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard op basis van artikel 8:54 Awb. Tevens is er geen recht op vergoeding van proceskosten toegekend aan eisers.

De uitspraak is gedaan door rechter mr. R.C. Stijnen, in aanwezigheid van griffier O. Asafiati, en is openbaar uitgesproken op 11 mei 2021. De beslissing zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 20/3280

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 mei 2021 in de zaak tussen

[eiser 1] en [eiser 2] , te [woonplaats] , eisers,

(gemachtigde: [gemachtigde] ),
en

Onbekende Verweerder.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eisers hebben ingediend op 11 september 2020.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Het beroepschrift voldoet niet aan de wettelijke eisen, waardoor de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Iemand die in beroep gaat moet zeggen waarom hij het niet eens is met het besluit en dit ook uitleggen. Dat worden ‘beroepsgronden’ genoemd. Dit staat in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als dat niet gebeurt is de hoofdregel dat de rechtbank het beroep niet inhoudelijk mag behandelen. Soms is dat anders. Dan is er een geldige reden waarom er geen beroepsgronden zijn genoemd. Het gaat dan om omstandigheden waar eisers niets aan kunnen doen.
3. De rechtbank heeft eisers op 12 januari 2021 een aangetekende brief gestuurd, waarin staat dat zij binnen vier weken moeten aangeven wat de beroepsgronden zijn.
4. Eisers hebben niet gereageerd op deze brief.
5. Het beroep zal niet inhoudelijk worden behandeld. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk (artikel 8:54 Awb).
6. Eisers krijgen daarom ook geen vergoeding van hun proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.C. Stijnen, rechter, in aanwezigheid van O. Asafiati, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 mei 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl..
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum op de stempel die hierboven staat. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.