ECLI:NL:RBMNE:2021:1887
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugbetalingsbesluit ongegrond verklaard; formele rechtskracht
In deze zaak heeft eiser, eigenaar van een pand in Utrecht, verzocht om terugbetaling van een onverschuldigd betaalde dwangsom van € 12.500. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht had in een eerder besluit bepaald dat eiser recht had op terugbetaling van € 10.000, vermeerderd met wettelijke rente. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 19 maart 2021, waarbij zowel eiser als verweerder zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. De rechtbank oordeelde dat de leer van de formele rechtskracht van toepassing was. Dit houdt in dat eerdere uitspraken en besluiten, die rechtmatig zijn, niet meer ter discussie kunnen worden gesteld in deze procedure. De rechtbank concludeerde dat de dwangsom van € 12.500 door eiser onverschuldigd was betaald, maar dat de hoogte van de dwangsom met terugwerkende kracht was vastgesteld op € 5.000, op basis van eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De rechtbank oordeelde dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en dat het terugbetalingsbesluit van verweerder terecht in stand was gelaten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan op 30 april 2021 door rechter V.E.H.G. Visser, in aanwezigheid van griffier N.K. de Bruin.