ECLI:NL:RBMNE:2021:186
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek na getroffen schikking, verzoekster niet ontvankelijk
In deze wrakingszaak heeft verzoekster op 18 januari 2021 een verzoek ingediend tot wraking van mr. C.A. de Beaufort in een andere zaak met zaaknummer 514223 KL ZA 20-351. De wrakingskamer heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een rechter gewraakt worden op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, als partijen een schikking hebben getroffen, zoals in deze zaak op 14 januari 2021, is het doel van de wraking niet meer te bereiken. De wrakingskamer oordeelt dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek, omdat het wrakingsverzoek is ingediend na de schikking. De beslissing is genomen zonder mondelinge behandeling, conform het wrakingsprotocol van de rechtbank. De wrakingskamer verklaart het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk en draagt de griffier op deze beslissing aan de betrokken partijen toe te zenden. De beslissing is openbaar uitgesproken op 22 januari 2021.