In deze zaak heeft mr. D.A.N. Bartels MRE namens een onbekende eiser beroep ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de verweerder, een gemeente, van 30 juli 2020. De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat het beroepschrift niet voldeed aan de wettelijke eisen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de persoon namens wie het beroep is ingesteld niet bekend was binnen de beroepstermijn, die liep tot en met 10 september 2020. Bartels heeft geen stukken overgelegd waaruit de identiteit van de eiser blijkt, zoals een machtiging. Dit verzuim kan niet worden hersteld volgens de vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk kan behandelen. De rechtbank heeft ook geen aanleiding gezien voor een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter R.C. Moed en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.