Op 4 mei 2021 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. S. Heijnen, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mw. S.N. Westmaas-Kanhai. Eiseres had een WIA-aanvraag ingediend op 7 augustus 2019, maar verweerder had niet tijdig beslist. Eiseres heeft verweerder op 30 december 2020 in gebreke gesteld, maar er was nog steeds geen beslissing genomen. De rechtbank oordeelt dat verweerder in gebreke is en dat eiseres recht heeft op een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder het griffierecht van € 49,- en een vergoeding van € 267,- voor proceskosten aan eiseres betalen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit bekend te maken.