Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres,
Belastingdienst/Toeslagen, kantoor Utrecht, verweerder,
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
°(hierna: artikel 9) van de Uitvoeringsregeling Awir). Eiseres had in 2019 één kind dat nog minderjarig was. Bezittingen die zijn opgekomen van de zijde van een minderjarig kind en waarover zowel de belanghebbende, diens partner, een eventuele medebewoner, alsook het kind niet kan beschikken, kunnen op verzoek buiten beschouwing worden gelaten. Deze uitzondering gaat voor eiseres niet op. Het bedrag is immers niet opgekomen aan de zijde van het minderjarig kind maar is gespaard door eiseres vóór haar kind. Ook kon eiseres beschikken over het spaargeld omdat het bedrag op haar spaarrekening stond en die voor haar toegankelijk was. Op basis van artikel 1, vierde lid, van de Wkgb en artikel 9 van de Uitvoeringsregeling Awir heeft eiseres – zoals zij zelf ook erkende ter zitting – geen recht op het kindgebonden budget.