Uitspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 4 mei 2021
ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
TENLASTELEGGING
VOORVRAGEN
WAARDERING VAN HET BEWIJS
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Bewijsmiddelen
Datum waarop voornoemde persoon werd onderzocht: 29 sep 2020. [6]
Bewijsoverwegingen
(pagina 196 van het dossier). Tegen haar vriend [naam] heeft ze in een telefoongesprek op 19 oktober 2020 verklaard dat aangever haar drie keer stak en zij aangever toen in zijn buik heeft gestoken
(pagina 199 van het dossier). Haar verklaringen vinden verder geen ondersteuning in het dossier en passen ook niet bij het feit dat aangever op twee plaatsen, aan de voorzijde in zijn lichaam en in de buitenzijde van zijn been, steekwonden heeft opgelopen.
(pagina 231 en 232 van het dossier). Tegelijkertijd blijkt uit de geneeskundige verklaring
(pagina 147-149 van het dossier)en de letselrapportage over verdachte
(ongenummerd)dat zij geen noemenswaardig letsel had.
(pagina 17 van het document ‘Vertaling tapgesprekken + passages verhoor’)en door het feit dat deze jurk op de grond lag toen de politie foto’s heeft gemaakt na het incident. Daarnaast heeft aangever verklaard dat hij verdachte heeft vastgehouden tot de politie ter plaatse kwam
(pagina 97 van het dossier), wat wordt ondersteund door de bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , die zag dat verdachte door aangever werd vastgehouden
(pagina 14 van het dossier). Tot slot acht de rechtbank het de betrouwbaarheid van de verklaring van aangever ten goede komen dat hij ook belastend over zichzelf heeft verklaard. Zo heeft hij verklaard dat hij voorafgaand aan het steekincident met een bijl de trap af is gelopen en de deur op slot had gedraaid.
Bewijsmiddelen
Bewijsoverwegingen
(pagina 66 en 67 van het dossier), terwijl zij ter zitting heeft verklaard dat ze de parfum van een vriendin cadeau heeft gekregen.
(pagina 96 van het dossier). Dit betekent dat verdachte het geldbedrag anders dan door misdrijf onder zich had, zodat juridisch gezien nu eenmaal niet van een diefstal kan worden gesproken. Verdachte moet dus van de diefstal van de € 300,00 worden vrijgesproken.
BEWEZENVERKLARING
1 (primair)
2 (subsidiair)
STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN EN VERDACHTE
(pagina 47 en 48 van het dossier). Hoewel niet met zekerheid kan worden uitgesloten dat de gemoedsbeweging van verdachte mede werd veroorzaakt door andere factoren zoals eerdere traumatische gebeurtenissen in haar leven of gebruik van middelen, acht de rechtbank het aannemelijk dat de omstandigheden waaronder de gebeurtenissen hebben plaatsgevonden op dat moment van doorslaggevende betekenis zijn geweest voor het ontstaan van de hevige gemoedsbeweging.
poging tot doodslag;
poging tot zware mishandeling;
diefstal.
OPLEGGING VAN STRAF
De vordering van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
BESLAG
BENADEELDE PARTIJ
Het standpunt van de officier van justitie
Het standpunt van de verdediging
Het oordeel van de rechtbank
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
BESLISSING
een gevangenisstraf van drie (3) jaren;
een gedeelte van een (1) jaar niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
verbeurd:
- 1 STK Hoes;
- 1 STK Mes;
teruggave aan verdachtevan het volgende voorwerp:
teruggave aan de rechthebbende [slachtoffer]van de volgende voorwerpen:
- 300 EUR;
- 1 STK Handschoen;
- wijst de vorderingvan [slachtoffer]
toe tot een bedrag van € 11.157,45; - veroordeelt verdachte tot betaling aan [slachtoffer] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 september 2020 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [slachtoffer] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer] aan de Staat
- bepaalt dat verdachte van haarverplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als zij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;